Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen
Artikel XIV
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 508 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36425)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 508 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36425)
- Vakgebied(en)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Dividendbelasting / Algemeen
Bronbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
1.
Voor zover een commanditaire vennoot die een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, juncto derde lid, van de Successiewet 1956 heeft in een open commanditaire vennootschap als bedoeld in artikel IX, eerste lid, op 1 januari 2025 als gevolg van de inwerkingtreding van deze wet medegerechtigde als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdelen b of c, van de Successiewet 1956 wordt tot het vermogen van een door middel van die commanditaire vennootschap gedreven onderneming, wordt deze medegerechtigdheid voor de toepassing van de Successiewet 1956 en de daarop berustende bepalingen gelijkgesteld met een medegerechtigdheid die een rechtstreekse voortzetting vormt van een eerder door de erflater, schenker of vennootschap gedreven onderneming als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
2.
Indien het eerste lid is toegepast, worden voor de toets of is voldaan aan de periode van één jaar, onderscheidenlijk vijf jaren, bedoeld in artikel 35d, eerste lid, van de Successiewet 1956, de bezitsperiode van de ontstane medegerechtigdheid en de bezitsperiode van het voor de inwerkingtreding van de wet bestaande aanmerkelijk belang in de open commanditaire vennootschap, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, juncto derde lid, van de Successiewet 1956, bij elkaar gevoegd als ware het één periode.
3.
Indien het eerste lid is toegepast, wordt dit niet als een gebeurtenis als bedoeld in artikel 35e, eerste lid, onderdeel c, van de Successiewet 1956 aangemerkt, waarbij voor de toets of is voldaan aan de periode van vijf jaren, bedoeld in artikel 35e van die wet, de voortzettingsperiode van de ontstane medegerechtigheid en de voortzettingsperiode van het voor de inwerkingtreding van deze wet bestaande aanmerkelijk belang in de open commanditaire vennootschap, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, juncto derde lid, van de Successiewet 1956, bij elkaar worden gevoegd als ware het één periode.