Einde inhoudsopgave
Instellingswet Autoriteit Consument en Markt
Artikel 12o
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2014
- Bronpublicatie:
25-06-2014, Stb. 2014, 247 (uitgifte: 03-07-2014, kamerstukken: 33622)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2014, Stb. 2014, 266 (uitgifte: 15-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bestuur
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien de Autoriteit Consument en Markt een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste een percentage van de omzet van de overtreder, wordt onder omzet van de overtreder verstaan de netto-omzet, bedoeld in artikel 377, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die de overtreder heeft behaald in het meest recente boekjaar ten aanzien waarvan de overtreder een jaarrekening beschikbaar heeft of zou moeten hebben.
2.
Indien de overtreding is begaan door een marktorganisatie als bedoeld in artikel 1, onder 2°, en de Autoriteit Consument en Markt een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste een percentage van de gezamenlijke omzet van de marktorganisaties, bedoeld in artikel 1, onder 1°, die bij de eerstbedoelde marktorganisatie zijn aangesloten, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de berekening van de omzet van een aangesloten marktorganisatie.
3.
Indien de Autoriteit Consument en Markt op grond van de Postwet 2009 of de Telecommunicatiewet een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste een percentage van de omzet van de overtreder wordt, in afwijking van het eerste lid, onder omzet van de overtreder verstaan de netto-omzet, bedoeld in artikel 377, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die de overtreder in Nederland heeft behaald in het meest recente boekjaar ten aanzien waarvan de overtreder een jaarrekening beschikbaar heeft of zou moeten hebben.