Instellingswet Autoriteit Consument en Markt
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 02-03-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2022, 23 (uitgifte: 20-01-2022, kamerstukken: 35889)
- Inwerkingtreding
02-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-02-2022, Stb. 2022, 100 (uitgifte: 01-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bestuur
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- –
Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid;
- –
bindende aanwijzing: een zelfstandige last die wegens een overtreding wordt opgelegd;
- –
marktorganisatie:
- 1°
een rechtspersoon, natuurlijke persoon of andere entiteit handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf, met inbegrip van een onderneming als bedoeld in artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
- 2°
een organisatie waarin meerdere rechtspersonen, natuurlijke personen of andere entiteiten handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf verenigd zijn, met inbegrip van een ondernemersvereniging als bedoeld in artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
- –
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
- –
Verordening (EU) 2016/679:Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (Pb EU 2016, L 119);
- –
zelfstandige last: de enkele last tot het verrichten van bepaalde handelingen, bedoeld in artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ter bevordering van de naleving van wettelijke voorschriften.