Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1143 betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012
Artikel 16 Nationale betwisting van een registratieaanvraag
Geldend
Geldend vanaf 13-05-2024
- Bronpublicatie:
11-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1143 (uitgifte: 23-04-2024, regelingnummer: 2024/1143)
- Inwerkingtreding
13-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1143 (uitgifte: 23-04-2024, regelingnummer: 2024/1143)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke nationale administratieve of gerechtelijke procedure die schadelijk zou kunnen zijn voor de registratie van een geografische aanduiding.
2.
De Commissie is vrijgesteld van de verplichting om de termijnen voor het verrichten van het in artikel 15, lid 2, bedoelde onderzoek in acht te nemen en de lidstaat in kennis te stellen van de redenen voor de vertraging indien zij een mededeling ontvangt van die lidstaat betreffende een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 10, lid 6, waarbij:
- a)
de Commissie ervan in kennis wordt gesteld dat het in artikel 10, lid 6, bedoelde besluit op nationaal niveau ongeldig is verklaard door een onmiddellijk uitvoerbare, maar niet definitieve administratieve of rechterlijke beslissing; of
- b)
de Commissie wordt verzocht het onderzoek te schorsen omdat er een nationale administratieve of gerechtelijke procedure is ingeleid om de geldigheid van de aanvraag aan te vechten en de lidstaat oordeelt dat die procedure op geldige gronden is gebaseerd.
3.
De in lid 2 bedoelde vrijstelling geldt totdat de Commissie er door de betrokken lidstaat van in kennis is gesteld dat de oorspronkelijke aanvraag opnieuw geldig is, of dat de lidstaat zijn verzoek tot schorsing intrekt.
4.
Indien de in artikel 10, lid 6, bedoelde gunstige beslissing van een lidstaat geheel of gedeeltelijk ongeldig is verklaard bij een definitieve beslissing van een nationale rechtbank, overweegt die lidstaat, indien nodig, passende maatregelen, zoals de intrekking of wijziging van de aanvraag tot registratie op Unieniveau.