Einde inhoudsopgave
Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 13 Overeenkomst tot uitbesteding
Geldend
Geldend vanaf 13-01-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 516 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 517 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Een fonds legt de overeenkomst met de derde waaraan de werkzaamheden worden uitbesteed schriftelijk vast.
2.
In de overeenkomst wordt in ieder geval het volgende geregeld:
- a.
welke werkzaamheden worden uitbesteed onder verwijzing, indien mogelijk, naar de administratieve organisatiebeschrijving van het fonds, alsmede de voorwaarden waaronder de uitbesteding plaatsvindt;
- b.
sluitende afspraken in beleggingsmandaten bij uitbesteding van vermogensbeheer;
- c.
de informatie-uitwisseling tussen het fonds en de derde;
- d.
de verplichting voor de derde om informatie waar de toezichthouder ter uitvoering van zijn wettelijke taak om vraagt rechtstreeks aan de toezichthouder ter beschikking te stellen;
- e.
de mogelijkheid voor het fonds om te allen tijde wijzigingen aan te brengen in de wijze waarop de uitvoering van de werkzaamheden door de derde geschiedt;
- f.
de verplichting voor de derde om het fonds in staat te stellen blijvend te voldoen aan het bij of krachtens de Pensioenwet dan wel de Wet verplichte beroepspensioenregeling bepaalde;
- g.
de mogelijkheid voor de toezichthouder om onderzoek ter plaatse te doen of te laten doen bij de derde;
- h.
de wijze waarop de overeenkomst wordt beëindigd, en de wijze waarop wordt gewaarborgd dat het fonds de werkzaamheden na beëindiging van de overeenkomst weer zelf kan uitvoeren of door een andere derde kan laten uitvoeren; en
- i.
de toepasselijkheid van de algemene beginselen van het beloningsbeleid van het fonds op de derde.