Einde inhoudsopgave
Besluit belastingstelsel Caribisch Nederland; nadere invulling
3.3 Bouw en onderaanneming
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2011
- Bronpublicatie:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17540 (uitgifte: 27-09-2011, regelingnummer: DV2011/430M)
- Inwerkingtreding
01-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17540 (uitgifte: 27-09-2011, regelingnummer: DV2011/430M)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
In de Landsverordening omzetbelasting 1999 was op verzoek en onder bepaalde voorwaarden voorzien in aftrek van belasting verschuldigd ter zake van de invoer van handelsgoederen die vervolgens belast werden geleverd. Ook was onder bepaalde voorwaarden voorzien in een aftrek voor geleverde goederen die in het kader van de onderneming werden gebruikt als grond- of hulpstof of als halffabrikaat of als verpakkingsmiddel voor door de ondernemer voortgebrachte goederen voor de export. De Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 voorzag in een vrijstelling van de bedrijfsomzet bij levering van goederen die door de ondernemer of in zijn opdracht werden verzonden of vervoerd naar een bestemming buiten het heffingsgebied. In aftrek was niet voorzien. Voor de bouw en voor diensten was dus in beide stelsels niet voorzien in aftrek. Met de Belastingwet BES is per 1 januari 2011 de ABB ingevoerd en zijn de voornoemde regelingen samengevoegd tot een eigen voor alle BES-eilanden geldende algemene bestedingsbelasting. Onder bepaalde voorwaarden is voorzien in aftrek van belasting.
Voor een ondernemer die op hem toebehorende grond gelegen in een openbaar lichaam een nieuw vervaardigd gebouw opricht of laat oprichten en deze onroerende zaak levert, geldt voor de heffing van ABB het volgende. Op grond van het bepaalde in de artikelen 6.2, 6.4, eerste lid en 6.11, eerste lid, onderdeel i, van de Belastingwet BES is sprake van een levering van een goed door de producent die is belast met ABB. Gezien het bepaalde in artikel 6.3 van de Belastingwet BES bestaat dan recht op aftrek voor de betaalde ABB die de ondernemer in rekening is gebracht door andere producenten en voor de ABB die de ondernemer bij invoer heeft betaald. Er bestaat alleen recht op aftrek voor de ABB betaald voor de ingekochte goederen en betaald ter zake van de invoer van goederen voor zover de goederen zijn gebruikt als grond- of hulpstof of als halffabrikaat voor de door de ondernemer als producent voortgebrachte goederen, in casu een nieuw vervaardigd gebouw.
Met de voornoemde regeling inzake de levering van goederen door de producent en de daarbij behorende aftrek van belasting was voor de nieuwbouw beoogd cumulatie van ABB te voorkomen voor wat betreft bij andere producenten ingekochte goederen en voor ingevoerde goederen die werden gebruikt als grond- of hulpstof bij het voortbrengen van de nieuwbouw. Gebleken is dat bij de uitvoering van de ABB bij onderaanneming in de bouw in de praktijk kennelijk niet altijd recht wordt gedaan aan dat uitgangspunt. Daarbij speelt ook het feit dat bouwactiviteiten afhankelijk van de aard van de activiteiten in de zin van de ABB zijn aan te merken als levering van goed dan wel als een dienst. Dit is aanleiding om voor de praktijk een nadere invulling te geven voor de bouw en onderaanneming. Er kan ter zake als volgt worden gehandeld.
Indien de ondernemer die op hem toebehorende grond gelegen in een openbaar lichaam een nieuw vervaardigd gebouw opricht of laat oprichten en deze de onroerende zaak aan zijn afnemer levert, wordt hij geacht een levering te verrichten als producent van een nieuw vervaardigd gebouw. Ter zake van die levering is dan ABB verschuldigd naar het tarief voor leveringen. Op de verschuldigde ABB kan de ondernemer op de voet van artikel 6.3 van de Belastingwet BES in aftrek brengen de ABB betaald voor door andere producenten aan hem geleverde goederen en voor door hem ingevoerde goederen. In dat kader kunnen, afgezien van de kwalificatie van die prestaties, de van onderaannemers ingekochte prestaties worden aangemerkt als leveringen door een producent. Voorwaarde daarbij is dat het gaat om door die onderaannemers in de bouw als zodanig aan het in aanbouw zijnde nieuw te vervaardigen gebouw verrichte feitelijke bouwhandelingen, zoals het aanbrengen van de fundering, betonwerken, daken, metselwerk, kozijnen, leidingen enz. Dat heeft niet alleen tot gevolg dat de aan die onderaannemers betaalde ABB in aftrek kan worden gebracht, maar ook dat de onderaannemers op hun beurt op de voet van meergenoemd artikel 6.3 van de Belastingwet BES recht op aftrek hebben.
In dit verband wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat genoemd artikel 6.3. in alle in dit besluit beschreven situaties alleen in aftrek van de aan een producent door een andere producent in rekening gebrachte belasting voorziet, als die belasting in rekening is gebracht op een – in artikel 6.14 van de Belastingwet BES – voorgeschreven wijze opgemaakte factuur.
Het vorenstaande kan toepassing vinden vanaf 1 januari 2011. Indien ter zake van de aan leveranciers en bij invoer betaalde ABB minder in aftrek is gebracht dan hiervoor is aangegeven kan bij de inspecteur een schriftelijk verzoek om teruggaaf worden gedaan. Bij het verzoek om teruggaaf wordt een specificatie verstrekt inzake de prestaties en de invoer waarvoor om teruggaaf wordt verzocht. Alvorens de teruggaaf te verlenen kan de inspecteur een onderzoek instellen. Indien de ondernemer niet de door de inspecteur gevraagde inlichtingen, gegevens, bescheiden e.d. verstrekt wordt geen teruggaaf verleend.