Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 6.14
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
De belasting wordt verschuldigd:
- a.
in gevallen waarin een factuur moet worden uitgereikt, op het tijdstip van de uitreiking of, indien deze niet tijdig plaatsvindt, het tijdstip waarop zij uiterlijk had moeten geschieden;
- b.
in andere gevallen op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht.
2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de belasting of het desbetreffende gedeelte daarvan uiterlijk verschuldigd op het tijdstip waarop de vergoeding geheel of gedeeltelijk wordt ontvangen.
3.
Iedere producent die leveringen van goederen verricht als bedoeld in artikel 6.2, onderdeel a, aan een andere ondernemer reikt aan die ondernemer een doorlopend genummerde en gedagtekende factuur als bedoeld in artikel 8.89a, eerste lid, uit.
4.
De producent moet de in het derde lid bedoelde factuur uitreiken binnen vijftien dagen na de maand waarin de levering is verricht. De producent is verplicht een kopie van de uitgereikte factuur op te maken.
5.
Indien een producent met een andere ondernemer is overeengekomen dat de vergoeding voor de door hem te verrichten prestatie vooraf of in gedeelten zal worden voldaan, is hij op verzoek van zijn afnemer verplicht, in afwijking in zoverre van het vierde lid, ter zake van die betaling of deelbetalingen vóór het tijdstip van de opeisbaarheid daarvan telkens een overeenkomstig het derde lid opgemaakte factuur uit te reiken.
6.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, worden de diensten waarvan de belasting op grond van artikel 6.12, tweede lid, verschuldigd is door de afnemer van deze diensten en die doorlopend worden verricht gedurende een periode langer dan één jaar geacht bij de afloop van elk kalenderjaar te zijn voltooid zolang de dienstverrichting doorloopt en die geen aanleiding geven tot afrekeningen of betalingen in die periode.
7.
Ieder die enig document uitreikt waarop een bedrag aan algemene bestedingsbelasting wordt vermeld welke hij, anders dan op grond van dit artikel niet verschuldigd is geworden, wordt die belasting verschuldigd op het tijdstip dat hij het document heeft uitgereikt. Hij is verplicht deze belasting op de voet van artikel 6.15 te voldoen.
8.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel.