Einde inhoudsopgave
Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak
29
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2020
- Bronpublicatie:
19-03-2020, PbEU 2020, C 91 I (uitgifte: 20-03-2020, regelingnummer: 2020/C 91 I/01)
- Inwerkingtreding
20-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-2020, PbEU 2020, C 91 I (uitgifte: 20-03-2020, regelingnummer: 2020/C 91 I/01)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Europees belastingrecht / Fiscale staatssteun
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatssteun (V)
Hoewel dergelijke steun rechtstreeks gericht is op ondernemingen die met een plots liquiditeitstekort te maken krijgen, en niet op kredietinstellingen of andere financiële instellingen, kan die steun ook een indirect voordeel voor die laatsten vormen. Zulke indirecte steun heeft echter niet tot doel de levensvatbaarheid, liquiditeit of solvabiliteit van de kredietinstellingen te vrijwaren of te herstellen. De Commissie is bijgevolg van oordeel dat dergelijke steun niet mag worden aangemerkt als buitengewone openbare financiële steun in de zin van artikel 2, lid 1, punt 28, van de richtlijn herstel en afwikkeling van banken en artikel 3, lid 1, punt 29, van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, en niet mag worden getoetst aan de staatssteunregels die op de banksector van toepassing zijn (1).