Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2020/262 houdende een algemene regeling inzake accijns
Artikel 35 Voorwaarden voor een overbrenging van accijnsgoederen onder deze afdeling
Geldend
Geldend vanaf 18-03-2020
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2022, L 43).
- Bronpublicatie:
19-12-2019, PbEU 2020, L 58 (uitgifte: 27-02-2020, regelingnummer: 2020/262)
- Inwerkingtreding
18-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2019, PbEU 2020, L 58 (uitgifte: 27-02-2020, regelingnummer: 2020/262)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Een overbrenging van accijnsgoederen wordt uitsluitend geacht aan de voorschriften van deze afdeling te voldoen, indien zij geschiedt onder dekking van een elektronisch vereenvoudigd administratief document dat is verwerkt overeenkomstig artikel 36.
2.
De gecertificeerde geadresseerde krachtens artikel 34, lid 1, moet:
- a)
vóór verzending van de goederen een zekerheid stellen ter dekking van de risico's in verband met de niet-betaling van accijnzen die zich kunnen voordoen tijdens de overbrenging over de grondgebieden van de lidstaten van doortocht en in de lidstaat van bestemming;
- b)
aan het einde van de overbrenging van de goederen de in de lidstaat van bestemming verschuldigde accijns voldoen volgens de procedure die door deze lidstaat is vastgesteld;
- c)
elke controle toelaten waardoor de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming zich kunnen vergewissen van de daadwerkelijke ontvangst van de accijnsgoederen en van de betaling van de accijns waartoe deze aanleiding geven.
3.
In afwijking van lid 2, onder a), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming, onder de door hen vastgestelde voorwaarden, toestaan dat de zekerheid wordt gesteld door de vervoerder, de eigenaar van de accijnsgoederen, de gecertificeerde afzender, of gezamenlijk door twee of meer van deze personen […], met of zonder de gecertificeerde geadresseerde.
4.
De zekerheid als bedoeld in lid 2, onder a), is geldig in de gehele Unie.
5.
De lidstaten stellen nadere regels vast voor de het stellen en de geldigheid van een zekerheid.
6.
Een erkend entrepothouder of een geregistreerde afzender kan voor de toepassing van deze afdeling als een gecertificeerde afzender optreden na kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.
7.
Een erkend entrepothouder of een geregistreerde geadresseerde kan voor de toepassing van deze afdeling als een gecertificeerde geadresseerde optreden na kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming.
8.
Voor een gecertificeerde afzender of gecertificeerde geadresseerde die slechts incidenteel accijnsgoederen verzendt of ontvangt, wordt de in artikel 3, punten 12 en 13, bedoelde certificering beperkt tot een welomschreven hoeveelheid accijnsgoederen, één geadresseerde of afzender en een welomschreven tijdvak. De lidstaten kunnen de certificering beperken tot één overbrenging. Een dergelijke tijdelijke certificering kan, niettegenstaande de voorschriften van artikel 3, punten 12 en 13, ook worden afgegeven aan particuliere personen die als afzenders of geadresseerden optreden, wanneer accijnsgoederen overeenkomstig artikel 33, lid 2, voor commerciële doeleinden worden geleverd.