Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2020/262 houdende een algemene regeling inzake accijns
Artikel 38 Noodprocedure en navordering op de plaats van verzending
Geldend
Geldend vanaf 18-03-2020
- Bronpublicatie:
19-12-2019, PbEU 2020, L 58 (uitgifte: 27-02-2020, regelingnummer: 2020/262)
- Inwerkingtreding
18-03-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2019, PbEU 2020, L 58 (uitgifte: 27-02-2020, regelingnummer: 2020/262)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
In afwijking van artikel 36, kan de gecertificeerde afzender, wanneer het geautomatiseerde systeem niet beschikbaar is in de lidstaat van verzending, een overbrenging van accijnsgoederen aanvangen op voorwaarde dat:
- a)
de goederen vergezeld gaan van een nooddocument met dezelfde gegevens als het in artikel 35, lid 1, bedoelde voorlopige elektronische vereenvoudigde administratieve document;
- b)
de gecertificeerde afzender de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending informeert voordat de overbrenging aanvangt.
De lidstaat van verzending kan van de gecertificeerde afzender verlangen dat vóór de aanvang van de overbrenging een kopie van het onder a), in de eerste alinea, bedoelde document wordt ingediend, dat de in de kopie vermelde gegevens door de lidstaat van verzending worden geverifieerd en dat, indien het geautomatiseerde systeem niet beschikbaar was om aan de verzender toe te schrijven redenen, die redenen afdoend worden vermeld.
2.
Zodra het geautomatiseerde systeem opnieuw beschikbaar komt, dient de gecertificeerde afzender een voorlopig elektronisch vereenvoudigd administratief document in overeenkomstig artikel 36, lid 1.
Zodra de gegevens in het voorlopige elektronische vereenvoudigde administratieve document overeenkomstig artikel 36, lid 2, zijn gecontroleerd, vervangt dit document het in lid 1, eerste alinea, onder a), van dit artikel bedoelde nooddocument, indien de gegevens in orde zijn bevonden. Artikel 36, lid 3, en artikel 37 zijn van overeenkomstige toepassing.
3.
Een kopie van het in lid 1, eerste alinea, onder a), bedoelde nooddocument moet door de gecertificeerde afzender in zijn administratie worden bewaard.
4.
Indien het geautomatiseerde systeem niet beschikbaar is in de lidstaat van verzending, kan de afzender de bestemming van de goederen veranderen als bedoeld in artikel 36, lid 5, en die informatie met behulp van andere communicatiemiddelen aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending verstrekken. De gecertificeerde afzender informeert de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending voordat de overbrenging aanvangt. De leden 2 en 3 van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing.