Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 2.2a.2 Berekeningswijze
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
De in artikel 2.2a.1 bedoelde berekeningswijze bevat voor elke instelling en elke opleiding gelijkelijk geldende maatstaven.
2.
De maatstaven voorzien in bekostiging aan de hand van:
- a.
het aantal ingeschreven vavo-studenten,
- b.
het aantal vavo-studenten dat bij de instelling een diploma van onderwijs als bedoeld in de artikelen 2.4 tot en met 2.6 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 heeft behaald en
- c.
het aantal vavo-studenten dat bij de instelling een eindexamen of deeleindexamen heeft afgelegd in onderwijs als bedoeld in de artikelen 2.4 tot en met 2.6 van de Wet voortgezet onderwijs 2020.
3.
Voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a, blijven vavo-studenten die niet bij een instelling staan ingeschreven op een bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld tijdstip buiten beschouwing en kan onderscheid worden gemaakt naar het aantal vakken waarvoor een vavo-student is ingeschreven.
4.
Voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder c, kan onderscheid worden gemaakt naar het aantal vakken waarin de vavo-student met goed gevolg examen heeft afgelegd.
5.
Vavo-studenten die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen tellen alleen mee voor de toepassing van dit artikel, indien:
- a.
zij onderwijs in Nederland volgen, en
- b.
zij in Nederland, België of een van de bondsstaten Noord-Rijnland-Westfalen, Nedersaksen en Bremen van de Bondsrepubliek Duitsland wonen.
6.
Extraneï tellen niet mee voor de toepassing van dit artikel.