Einde inhoudsopgave
Wet op de kansspelen
Artikel 34f
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
20-02-2019, Stb. 2019, 127 (uitgifte: 27-03-2019, kamerstukken: 33996)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-2021, Stb. 2021, 45 (uitgifte: 04-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Kansspelbelasting (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Voor het betreden of het doorzoeken, bedoeld in artikel 34e, is een voorafgaande machtiging vereist van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken, bij de rechtbank te Rotterdam. De machtiging kan bij wijze van voorzorgsmaatregel worden gevraagd. De machtiging wordt zo mogelijk getoond.
2.
Artikel 171 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing. De rechter-commissaris kan het openbaar ministerie horen alvorens te beslissen.
3.
Tegen de beslissing van de rechter-commissaris staat voor zover het verzoek om een machtiging niet is toegewezen, voor de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, binnen veertien dagen beroep open bij de rechtbank te Rotterdam.
4.
Het betreden of het doorzoeken vindt plaats onder toezicht van de rechter-commissaris.
5.
De artikelen 2 en 3 van de Algemene wet op het binnentreden zijn niet van toepassing.