Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Artikel 184 Tariefcontingenten
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2018.
- Bronpublicatie:
13-12-2017, PbEU 2017, L 350 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 2017/2393)
- Inwerkingtreding
30-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2017, PbEU 2017, L 350 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 2017/2393)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De tariefcontingenten voor de invoer van voor het vrije verkeer in de Unie of een deel daarvan bestemde landbouwproducten en de gedeeltelijk of geheel door de Unie te beheren tariefcontingenten voor de invoer van uit de Unie afkomstige landbouwproducten in derde landen, die voortvloeien uit overeenkomstig het VWEU gesloten internationale overeenkomsten of uit enige andere, op grond van artikel 43, lid 2, of artikel 207 VWEU vastgestelde handeling, worden door de Commissie geopend en/of beheerd door middel van gedelegeerde handelingen op grond van artikel 186 van deze verordening en uitvoeringshandelingen op grond van artikel 187 van deze verordening.
2.
De tariefcontingenten worden beheerd op een wijze die elke vorm van discriminatie tussen de betrokken marktdeelnemers voorkomt, door één van de volgende methoden of een combinatie daarvan of een andere passende methode toe te passen:
- a)
op basis van de chronologische volgorde waarin de aanvragen zijn ingediend (het beginsel ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’);
- b)
op basis van de evenredige verdeling van de hoeveelheden waarom bij de indiening van de aanvragen is verzocht (de ‘methode van het gelijktijdige onderzoek’);
- c)
op basis van de traditionele handelsstromen (de ‘methode van de traditionele/nieuwe marktdeelnemers’).
3.
In het kader van de gekozen beheersmethode moet:
- a)
met betrekking tot de invoertariefcontingenten terdege rekening worden gehouden met de voorzieningsbehoeften van de bestaande en opkomende productie-, verwerkings- en consumptiemarkt van de Unie, wat het concurrentievermogen en de voorzieningszekerheid en -continuïteit betreft, en met de noodzaak die markt in evenwicht te houden, en
- b)
met betrekking tot de uitvoertariefcontingenten ten volle gebruik kunnen worden gemaakt van alle mogelijkheden van die contingenten.