Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 13 Intrekking op aanvraag
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
26-11-2014, Stb. 2014, 504 (uitgifte: 16-12-2014, kamerstukken: 33988)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2014, Stb. 2014, 516 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Onverminderd artikel 14 trekt Onze Minister de verplichtstelling in indien daartoe een aanvraag wordt gedaan door een beroepspensioenvereniging die voldoet aan artikel 5, eerste lid, onderdeel b.
2.
Onverminderd artikel 14 kan Onze Minister de verplichtstelling intrekken voor een of meer bepaalde groepen van beroepsgenoten indien:
- a.
daartoe een aanvraag wordt gedaan door een beroepspensioenvereniging,
- b.
die beroepspensioenvereniging een naar het oordeel van de minister belangrijke meerderheid van die groep of groepen beroepsgenoten vertegenwoordigt, en
- c.
deze intrekking niet tot gevolg heeft dat de verplichtstelling slechts resteert voor beroepsgenoten die in loondienst werkzaam zijn.
3.
De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een verklaring waaruit blijkt dat wordt voldaan aan het eerste lid.
4.
De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, gaat vergezeld van een verklaring waaruit blijkt dat wordt voldaan aan het tweede lid, onderdeel b.
5.
Artikel 5, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot de aanvragen, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, alsmede met betrekking tot de bij te voegen stukken nadere regels worden gesteld, waarbij kan worden bepaald dat de indiening van de aanvragen uitsluitend langs elektronische weg kan geschieden, tenzij er naar het oordeel van Onze Minister sprake is van omstandigheden die zich daartegen verzetten.