Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteitsopwekking
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2015
- Bronpublicatie:
28-02-2015, Stb. 2015, 99 (uitgifte: 10-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2015, Stb. 2015, 99 (uitgifte: 10-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
Besluit van 28 februari 2015, houdende het bij wege van experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 13 oktober 2014, nr. WJZ/14160558;
Gelet op artikel 16, eerste lid, van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PbEU 2009, L 140) en de artikelen 7, derde lid, eerste en derde alinea, 26, vierde lid, 36, onderdelen d en e,[lees: e, en ]41, van Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PbEU 2009, L 211) en artikel 7a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 november 2014, nr. W15.14.0370/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 24 februari 2015, nr. WJZ/14202453;
Hebben goedgevonden en verstaan: