Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.8.2 Subsidieaanvraag
Geldend
Geldend van 18-12-2021 tot 31-12-2024
- Bronpublicatie:
11-12-2021, Stcrt. 2021, 49546 (uitgifte: 17-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21288220)
- Inwerkingtreding
18-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2021, Stcrt. 2021, 49546 (uitgifte: 17-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21288220)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor een project gericht op toekomstbestendige landbouw, waarvan het projectplan voldoet aan de in het vijfde lid gestelde vereisten.
2.
Het project bestaat uit:
- a.
het uitwerken van een projectplan voor het bereiken van toekomstbestendige landbouw overeenkomstig de in artikel 4.8.11, eerste lid, gestelde voorschriften; en
- b.
de uitvoering van het project ter uitvoering van het plan.
3.
Het project bestaat uit het ontwikkelen van nieuwe, opschaalbare initiatieven die bijdragen aan economisch herstel en aan de transitie naar een duurzame, toekomstbestendige landbouw:
- a.
gericht op het ontwikkelen van een duurzame toegevoegde waardeketen gericht op landbouwproducten tot een marktrijp concept dat ziet op de handel en afzet van landbouwproducten;
- b.
gericht op het ondersteunen van de innovatieve digitalisering van:
- 1°
data-gedreven KPI’s als hulpmiddel ten behoeve van de handel en afzet van landbouwproducten met in achtneming van de principes van kringlooplandbouw;
- 2°
natuurinclusieve en diverse teeltsystemen die bijdragen aan nieuwe verdienmodellen.
- c.
gericht op gebiedsgerichte pilots waarin het gaat om de ontwikkeling van:
- 1°
regionale verdienmodellen gericht op de afzet van landbouwproducten die bijdragen aan klimaatmitigatie, een verbetering van bodembeheer, biodiversiteit en kringlooplandbouw;
- 2°
koolstofvastlegging in de bodem als verdienmodel voor koolstoflandbouw, het verminderen van de bodemverdichting, en maatregelen die inspelen op klimaatverandering.
- d.
gericht op sectorale initiatieven binnen de landbouw voor het ontwikkelen van duurzame verdienmodellen ter versterking van de regierol van de primaire sector bij het verduurzamen van het voedselsysteem; of
- e.
gericht op het ondersteunen van samenwerkingsverbanden bij de toepassing van maatregelen ter beperking van de ammoniakemissie.
4.
Onverminderd artikel 2.9 bevat de aanvraag de keuze voor de rekenmethode die wordt gebruikt voor de berekening van de subsidiabele kosten, zoals opgenomen in artikel 4.8.5, derde lid.
5.
Onverminderd artikel 2.9, vierde lid, wordt het projectplan ingediend met gebruikmaking van een format, dat door de minister beschikbaar wordt gesteld en bevat het projectplan een beschrijving van:
- a.
de te verwachten resultaten en de bijdrage aan de doelstelling van de subsidiemodule;
- b.
de beoogde activiteiten voor de kennisverspreiding van de resultaten met gebruik van de hiertoe geëigende netwerken;
- c.
de mogelijke risico’s en randvoorwaarden; en
- d.
de mogelijke negatieve omgevingseffecten.