Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.8.5 Subsidiabele kosten
Geldend
Geldend van 18-12-2021 tot 31-12-2024
- Bronpublicatie:
11-12-2021, Stcrt. 2021, 49546 (uitgifte: 17-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21288220)
- Inwerkingtreding
18-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2021, Stcrt. 2021, 49546 (uitgifte: 17-12-2021, regelingnummer: WJZ/ 21288220)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Voor subsidie komen uitsluitend de kosten, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, onderdelen a, b en d in aanmerking, voor zover deze zien op:
- a.
de oprichting van een projectmatig samenwerkingsverband en het gezamenlijk formuleren van een projectplan, de volgende kosten:
- 1°
kosten voor het werven van de deelnemers;
- 2°
kosten voor het netwerken om het project goed te definiëren;
- 3°
kosten voor het opstellen van een projectplan en de samenwerkingsovereenkomst;
- 4°
kosten voor projectmanagement en projectadministratie.
- b.
de uitvoering van een project, de volgende kosten:
- 1°
coördinatiekosten van het samenwerkingsverband;
- 2°
kosten voor het verspreiden van resultaten van het project;
- 3°
operationele kosten direct verbonden aan de uitvoering van het project;
- 4°
kosten voor projectmanagement en projectadministratie.
- c.
het geval dat voor de uitvoering van een project een fysieke investering wordt gedaan, de volgende kosten:
- 1°
kosten voor bouw of verbetering van onroerende zaken;
- 2°
kosten voor verwerving of leasing van onroerende zaken:
- 3°
kosten voor aankoop van grond;
- 4°
kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa.
2.
De kosten, bedoeld in het eerste lid, onder a, komen slechts voor subsidie in aanmerking indien deze kosten zijn gemaakt na 7 juli 2021.
3.
In afwijking van de artikelen 1.3, 1.4 en 1.4a worden de subsidiabele kosten berekend met gebruikmaking van één van onderstaande rekenmethodes en door:
- a.
het totaal aan kosten, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, onder b en d, voor zover de kosten geen verband houden met de uitvoering van overheidsopdrachten voor werken met een waarde boven het drempelbedrag, genoemd in artikel 4, onderdeel a, van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PbEU 2014, L 94), te vermenigvuldigen met 20% voor de berekening van de directe loonkosten, waarna het bedrag wordt vermeerderd met 15% aan overheadkosten; of
- b.
het totaal aan directe loonkosten te vermenigvuldigen met 40%, waarbij de loonkosten worden berekend door een per medewerker bepaald individueel uurtarief, berekend op basis van bruto jaarloon, vermeerderd met een opslag van 43,5% voor werkgeverslasten en vervolgens gedeeld door 1.720 uur op basis van een volledige 40-urige werkweek, te vermenigvuldigen met het aantal aan het project of de investering bestede uren.
4.
Indien gebruik wordt gemaakt van de rekenmethode, genoemd in het derde lid, onder a, worden de kosten, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, onder b, berekend door het aantal uren dat de betrokken persoon ten behoeve van het project of de investering heeft gemaakt te vermenigvuldigen met een vast uurtarief van € 35,–.
5.
De hoogte van de subsidie bedraagt:
- a.
indien gebruik wordt gemaakt van de rekenmethode, genoemd in het derde lid, onder a:
- 1°
100% van de subsidiabele kosten voor zover het gaat om kosten voor niet-productieve investeringen en
- 2°
40% van de subsidiabele kosten voor productieve investeringen;
- b.
indien gebruik wordt gemaakt van de rekenmethode, genoemd in het derde lid, onder b, en het project geen productieve investeringen bevat, 100% van de subsidiabele kosten;
- c.
indien gebruik wordt gemaakt van de rekenmethode, genoemd in het derde lid, onder b en het project een of meerdere productieve investeringen bevat:
- 1°
100% van de subsidiabele loonkosten berekend conform het derde lid, onder b, en
- 2°
40% van de overige subsidiabele kosten.