Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.7 Afwijken van aangifte, aanslagtermijn
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 500 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36419)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
De aanslag wordt vastgesteld door de inspecteur.
2.
De inspecteur kan bij het vaststellen van de aanslag van de aangifte gemotiveerd afwijken, alsmede bij het ontbreken van de aangifte de aanslag ambtshalve vaststellen.
3.
De bevoegdheid tot het vaststellen van de aanslag vervalt door verloop van drie jaar na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Indien voor het doen van aangifte uitstel is verleend, wordt deze termijn met de duur van dit uitstel verlengd. Indien binnen zes maanden voor het einde van de termijn een verzoek als bedoeld in artikel 8.3, tweede lid, wordt gedaan, of gegevens worden verstrekt zonder een aan die verstrekking van gegevens voorafgaande uitnodiging tot het doen van aangifte en die gegevens ook en op dezelfde wijze zouden moeten worden verstrekt in geval van een aan die verstrekking van gegevens voorafgaande uitnodiging tot het doen van aangifte, wordt die termijn met zes maanden verlengd.
4.
Een belastingschuld waarvan de grootte eerst kan worden vastgesteld na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, wordt geacht te zijn ontstaan op het tijdstip waarop dat tijdvak of de belastingplicht eindigt.