Einde inhoudsopgave
Wet langdurige zorg
Artikel 9.1.1 [Gebruik BSN]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
03-12-2014, Stb. 2014, 494 (uitgifte: 12-12-2014, kamerstukken: 33891)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2017, Stb. 2017, 279 (uitgifte: 27-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 05-10-2016, Stb. 373.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
De artikelen 4 en 6 tot en met 9 van de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg zijn, voor de uitvoering van deze wet, van overeenkomstige toepassing op de Wlz-uitvoerder.
2.
De Wlz-uitvoerder stelt de identiteit en het burgerservicenummer van de verzekerde vast:
- a.
wanneer de persoon zich ter inschrijving bij de Wlz-uitvoerder meldt;
- b.
voor zover dat redelijkerwijs nodig is ter uitvoering van artikel 12 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
3.
Bij gegevensuitwisseling tussen de Wlz-uitvoerders en de in de artikelen 9.1.2 tot en met 9.1.5 genoemde personen en instanties wordt voor zover die personen en instanties tot gebruik van dat nummer bevoegd zijn, het burgerservicenummer gebruikt.
4.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald aan welke beveiligingseisen het gebruik van het burgerservicenummer door de Wlz-uitvoerder, alsmede de opname daarvan in zijn administratie, voldoet.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen vormen van zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, alsmede categorieën van Wlz-uitvoerders en in de artikelen 9.1.2 tot en met 9.1.5 genoemde personen en instanties worden uitgezonderd van de toepassing van het bepaalde bij of krachtens eerste tot en met het derde lid.
6.
Het CIZ stelt bij de aanvraag van een indicatiebesluit de identiteit van de verzekerde vast aan de hand van documenten als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, die de verzekerde hem desgevraagd ter inzage geeft, tenzij de aanvraag namens de verzekerde wordt ingediend door een zorgaanbieder als bedoeld in de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg die de identiteit van de verzekerde reeds heeft vastgesteld door middel van inzage van een van de hiervoor bedoelde documenten.