Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 767/2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening)
Artikel 7 quinquies Aanvraagprocedure met gebruikmaking van het EU-VAP
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Inwerkingtreding
27-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2667 (uitgifte: 07-12-2023, regelingnummer: 2023/2667)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
1.
Bij indiening van het aanvraagformulier ingevolge artikel 7 ter bepaalt het EU-VAP welk type visum wordt aangevraagd en verricht het een geautomatiseerde voorcontrole van de bevoegdheid, om vooraf te bepalen welke lidstaat bevoegd is, op basis van het aantal dagen voorgenomen verblijf van de aanvrager en de lidstaat van eerste binnenkomst, zoals aangegeven door de aanvrager. De aanvrager kan evenwel aangeven dat de aanvraag door een andere lidstaat moet worden behandeld overeenkomstig het hoofddoel van het verblijf. Dit laat de handmatige verificatie van de bevoegdheid door de lidstaten overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 810/2009 onverlet.
Via het EU-VAP kunnen aanvragers aangeven of zij legaal aanwezig zijn maar niet woonachtig zijn in een ambtsgebied, zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 810/2009.
2.
Aanvragers kunnen het EU-VAP gebruiken om een elektronische kopie van het reisdocument in digitaal formaat in te dienen, alsmede bewijsstukken en een bewijs van medische reisverzekering in digitaal formaat, naargelang van het geval, ingevolge Verordening (EG) nr. 810/2009 of Richtlijn 2004/38/EG of een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, die voorziet in recht op vrij verkeer dat gelijkwaardig is aan dat van burgers van de Unie.
3.
In voorkomend geval kan de aanvrager gebruikmaken van de in artikel 7 sexies bedoelde beveiligde betaalfunctie om de visumleges via het EU-VAP te betalen.
4.
Het EU-VAP kan de alleen-lezen-kopie van de VIS-databank controleren om te verifiëren of de biometrische kenmerken van de aanvrager in de laatste 59 maanden zijn afgenomen en of de aanvrager reeds eerder een aanvraag met hetzelfde reisdocument heeft ingediend.
Wanneer de biometrische kenmerken van de aanvrager in de laatste 59 maanden zijn afgenomen en de aanvrager met hetzelfde reisdocument reeds een aanvraag heeft ingediend, deelt het EU-VAP de aanvrager mee dat voor het indienen van de aanvraag geen bezoek aan het consulaat of een externe dienstverlener nodig is.
Wanneer de biometrische kenmerken van de aanvrager in de laatste 59 maanden niet zijn afgenomen of de aanvrager met hetzelfde reisdocument niet eerder een aanvraag heeft ingediend, deelt het EU-VAP de aanvrager mee dat voor het indienen van de aanvraag naargelang van het geval het consulaat of een externe dienstverlener moet worden bezocht.
5.
Indien een bezoek aan een consulaat of externe dienstverlener vereist is op grond van Verordening (EG) nr. 810/2009, kan een lidstaat besluiten daartoe de in artikel 7 sexies bedoelde afsprakenfunctie te gebruiken.
6.
De aanvrager dient de aanvraag in, vergezeld van de verklaring omtrent de echtheid, volledigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens.
7.
Nadat de aanvrager de aanvraag via het EU-VAP heeft ingediend, verricht het EU-VAP een geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid.
Bij de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid wordt geverifieerd of:
- a)
de aanvraag, indien van toepassing, is ingediend binnen de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 810/2009 genoemde termijn;
- b)
alle verplichte velden van het aanvraagformulier zijn ingevuld;
- c)
is aangetoond dat de aanvrager in het bezit is van een reisdocument overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 810/2009;
- d)
de biometrische gegevens van de aanvrager, indien van toepassing, zijn verzameld;
- e)
de visumleges zijn geïnd, indien van toepassing.
8.
Indien de aanvraag ontvankelijk is volgens de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid, zendt het EU-VAP het consulaat of de centrale autoriteiten van de betrokken lidstaat een kennisgeving met de gecombineerde uitkomst van de geautomatiseerde voorcontrole van zowel de bevoegdheid als de ontvankelijkheid.
Indien de aanvraag niet ontvankelijk is volgens de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid, deelt het EU-VAP de aanvrager mee welk deel van het aanvraagdossier ontbreekt.
Het EU-VAP wordt zodanig ontworpen dat wordt gewaarborgd dat artikel 19, lid 4, van Verordening (EG) nr. 810/2009 van toepassing kan zijn, teneinde aanvragen als ontvankelijk te kunnen beschouwen.
9.
Naar aanleiding van de in lid 8 van dit artikel bedoelde kennisgeving verricht het consulaat of verrichten de centrale autoriteiten van de betrokken lidstaat een handmatige verificatie van de bevoegdheid, overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 810/2009, en vervolgens indien nodig, een handmatige verificatie van de ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 19 van die verordening.
10.
Indien de via het EU-VAP ingediende aanvraag wordt geaccepteerd door het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat, worden de gegevens vanuit de tijdelijke opslag overgebracht naar het nationale systeem. De gegevens worden onmiddellijk uit de tijdelijke opslag verwijderd, met uitzondering van contactgegevens voor de beveiligde accountdienst.
11.
Indien, na de verificatie, het in kennis gestelde consulaat oordeelt of de in kennis gestelde centrale autoriteiten van de lidstaat oordelen niet bevoegd te zijn om de aanvraag te behandelen, en de aanvraag niet opnieuw bij het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten wordt ingediend, is artikel 18, lid 4, van Verordening (EG) nr. 810/2009 van toepassing.
12.
De beveiligde accountdienst kan door het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat worden gebruikt om met de aanvragers te communiceren.
13.
Voor de naar de in de leden 10 en 11 van dit artikel bedoelde lidstaat overgebrachte gegevens wijst die lidstaat een bevoegde autoriteit aan die moet worden beschouwd als de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/679 en die de centrale verantwoordelijkheid voor de gegevensverwerking door die lidstaat draagt.