Wet herziening Wet instelling Militaire Willems-Orde
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Indien het bedrag van een door een bestuursorgaan op te leggen geldboete, dan wel van een tuchtrechtelijke geldboete, ingevolge deze wijziging of een ander wettelijk voorschrift in verband met de vervanging van de gulden door de euro wordt gewijzigd, is art. 1, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht van overeenkomstige toepassing.
- Bronpublicatie:
27-09-2001, Stb. 2001, 482 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27473)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2001, Stb. 2001, 482 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27473)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Wet van 30 april 1940 tot herziening van de wet van 30 april 1815, no. 5, Stb. 33, houdende instelling van de Militaire Willems-Orde
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat de bij de Wet van 30 April 1815, No. 5 (Staatsblad No. 33*) ingestelde Militaire Willems-Orde bijzonder geschikt is gebleken, zoo tot aankweeking van krijgshaftige deugden als tot vereerende belooning van hen, die zich in den strijd door uitstekende daden van moed, beleid en trouw in bijzondere mate hebben gekweten van op hen rustende plichten; dat het evenwel noodzakelijk is gebleken de bestaande wet, met handhaving van haar beginselen, te herzien;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: