Wet herziening Wet instelling Militaire Willems-Orde
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Indien het bedrag van een door een bestuursorgaan op te leggen geldboete, dan wel van een tuchtrechtelijke geldboete, ingevolge deze wijziging of een ander wettelijk voorschrift in verband met de vervanging van de gulden door de euro wordt gewijzigd, is art. 1, lid 2, van het Wetboek van Strafrecht van overeenkomstige toepassing.
- Bronpublicatie:
27-09-2001, Stb. 2001, 482 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27473)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2001, Stb. 2001, 482 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27473)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De ridders der 4e klasse beneden de rang van officier genieten een toelage, volgens de rang of stand, bekleed op het ogenblik, dat zij zich de onderscheiding hebben waardig gemaakt, naar reden van de volgende bedragen per jaar:
de onderluitenant, de adjudant-onderofficier en de met deze gelijkgestelde € 295
de sergeant-majoor en de met deze gelijkgestelde € 246
de overigen € 182
2.
De ridders der 3e klasse beneden den rang van officier genieten, met toepassing van het bepaalde in het voorgaande lid, toelagen gelijk aan het dubbele der in dat lid vermelde bedragen.
3.
Heeft de benoeming tot ridder der 3e of der 4e klasse plaats gehad ter zake van twee of meer feiten, op verschillende tijdstippen verricht, dan wordt de toelage toegekend naar den rang of den stand, welke bij het verrichten van het laatste feit werd bekleed.
4.
Bij bevordering tot den rang van officier alsmede bij het verlaten van den militairen dienst, blijft de toelage behouden.
5.
Bij benoeming van een niet-militair Nederlandsch onderdaan of vreemdeling tot ridder der 4e of der 3e klasse wordt in elk voorkomend geval door Ons bepaald of aan den betrokkene eene toelage, als bedoeld in de leden 1 en 2 zal worden toegekend.
6.
Aan de weduwe van een ridder der Militaire Willems-Orde wordt gedurende haar weduwelijken staat een jaarlijksche toelage toegekend, bedragende de helft van de door haar echtgenoot (c.q. laatsten echtgenoot) als ridder genoten toelage. Indien de ridder geen weduwe nalaat, dan wel deze komt te overlijden, wordt bovengenoemde toelage uitgekeerd aan zijn minderjarige wettige of gewettigde kinderen, waarbij elk kind een evenredig deel ontvangt.
7.
De uitbetaling der toelage geschiedt volgens door Ons te stellen regelen.
8.
De in dit artikel genoemde bedragen luiden in euro.