Einde inhoudsopgave
Spoorwegwet
Artikel 76
Geldend
Geldend vanaf 07-03-2019
- Bronpublicatie:
30-01-2019, Stb. 2019, 61 (uitgifte: 18-02-2019, kamerstukken: 34914)
- Inwerkingtreding
07-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2019, Stb. 2019, 103 (uitgifte: 06-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen met uitzondering van de verplichting als bedoeld in het tweede lid.
2.
In geval van overtreding van het bepaalde krachtens artikel 17, eerste lid, onderdeel d, en derde lid of het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16a tot en met 16e 27, eerste lid, 56, 57 tot en met 62, eerste tot en met achtste lid, 63. eerste lid, tweede lid, eerste volzin, derde en vierde lid, 67, 68, eerste tot en met derde lid, 68a, 68c, 70zevende tot en met negende lid, kan de Autoriteit Consument en Markt de overtreder:
- a.
een bestuurlijke boete opleggen;
- b.
een last onder dwangsom opleggen.
3.
Op het tweede lid is artikel 57, eerste en vierde lid, van de Mededingingswet van toepassing.