Einde inhoudsopgave
Wet zeevarenden
Artikel 55i
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2014
- Bronpublicatie:
25-09-2013, Stb. 2013, 381 (uitgifte: 17-10-2013, kamerstukken: 33442)
- Inwerkingtreding
03-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2014, Stb. 2014, 161 (uitgifte: 02-05-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De voorzitter kan besluiten tot het instellen van een vooronderzoek, in welk geval hij de uitvoering van het vooronderzoek opdraagt aan een of meer leden of plaatsvervangende leden of aan de secretaris of de plaatsvervangende secretaris van het tuchtcollege.
2.
Degene die het vooronderzoek verricht is bevoegd:
- a.
voor het verrichten van onderzoek ter plaatse elke plaats te betreden die hij noodzakelijk acht, zo nodig met behulp van de sterke arm, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner;
- b.
kennis te nemen van alle schriftelijke stukken en gegevens in geautomatiseerde werken die zich aan boord bevinden, waarvan hij kennisneming in het belang van het onderzoek acht, en daarvan afschriften te maken;
- c.
de klager, alsmede de betrokken kapitein of scheepsofficier te horen;
- d.
getuigen en deskundigen te horen, waarbij het bepaalde in artikel 55o, vijfde, zesde en zevende lid, van overeenkomstige toepassing is;
- e.
alle inlichtingen te vragen over een zaak als bedoeld in artikel 55h, eerste lid.
3.
Degene die het vooronderzoek heeft verricht neemt geen deel aan de behandeling van de zaak ter zitting van het tuchtcollege.
4.
Zodra tot het instellen van een vooronderzoek is besloten, zendt de secretaris een afschrift van het verzoek of de klacht aan de betrokken kapitein of scheepsofficier.