Einde inhoudsopgave
Luchtvaartwet
Artikel 37acb [Instemming ingebruikname explosievenspeurhonden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
24-04-2019, Stb. 2019, 179 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 34501)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2021, Stb. 2021, 370 (uitgifte: 22-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De ingebruikname van explosievenspeurhonden ten behoeve van de uitvoering van beveiligingsonderzoek behoeft instemming van Onze Minister van Justitie en Veiligheid.
2.
De instemming, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend, indien:
- a.
de explosievenspeurhond en zijn begeleider met succes de relevante opleiding op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart hebben doorlopen, en
- b.
vastgesteld is dat de explosievenspeurhond en zijn begeleider voldoen aan de bij of krachtens EU-verordening 2015/1998 vastgestelde prestatievereisten.
3.
De instemming geldt voor een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn.
4.
Bij regeling van Onze Minister van kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de procedure tot instemming.
5.
Onze Minister van Justitie en Veiligheid kan de exploitant van een luchtvaartterrein, de luchtvaartmaatschappij of de entiteit een aanwijzing geven inzake de inzet van explosievenspeurhonden, indien deze speurhonden, of de inzet daarvan, redelijkerwijs niet als passend kan worden beschouwd met het oog op het uit te voeren beveiligingsonderzoek.
6.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om instemming met de ingebruikname van explosievenspeurhonden kan Onze Minister van Justitie en Veiligheid een vergoeding van kosten verlangen. De kostenvergoeding is niet hoger dan een bij ministeriële regeling van Onze Minister van Justitie en Veiligheid vast te stellen bedrag.