Einde inhoudsopgave
Luchtvaartwet
Artikel 37aca [Instemming ingebruikname detectieapparatuur]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
24-04-2019, Stb. 2019, 179 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 34501)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2021, Stb. 2021, 370 (uitgifte: 22-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De ingebruikname van detectieapparatuur ten behoeve van de uitvoering van beveiligingsonderzoek behoeft instemming van Onze Minister van Justitie en Veiligheid.
2.
De instemming, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend, indien:
- a.
de detectieapparatuur voldoet aan de vastgelegde specificaties als bedoeld in punt 12 van bijlage I bij EG-verordening 300/2008 en met het oog op het uit te voeren beveiligingsonderzoek redelijkerwijs als passend kan worden beschouwd, en
- b.
het beoogde gebruik van de detectieapparatuur niet in strijd komt met de regels en aanwijzingen, bedoeld in artikel 37ac, eerste en tweede lid.
3.
Bij regeling van Onze Minister van Justitie en Veiligheid kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de procedure tot instemming.
4.
Onze Minister van Justitie en Veiligheid kan de instemming, bedoeld in het tweede lid, schorsen of intrekken, indien:
- a.
de apparatuur die wordt gebruikt niet langer voldoet aan de vastgelegde specificaties als bedoeld in punt 12 van bijlage I bij EG-verordening 300/2008 of niet langer redelijkerwijs als passend kan worden beschouwd met het oog op het uit te voeren beveiligingsonderzoek, of
- b.
het gebruik van de detectieapparatuur in strijd komt met de regels of aanwijzingen, bedoeld in artikel 37ac, eerste lid en tweede lid.