Einde inhoudsopgave
Beleidsregels particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus 2019
11.1 Algemeen
Geldend
Geldend vanaf 12-04-2019
- Bronpublicatie:
01-04-2019, Stcrt. 2019, 19733 (uitgifte: 11-04-2019, regelingnummer: 2387622)
- Inwerkingtreding
12-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2019, Stcrt. 2019, 19733 (uitgifte: 11-04-2019, regelingnummer: 2387622)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Indien een particuliere beveiligingsorganisatie of recherchebureau de bepalingen genoemd in artikel 15 van de wet niet naleeft, zijn er drie bestuurlijke sancties uitvoerbaar. Namelijk een waarschuwing, het opleggen van een bestuurlijke boete en het intrekken van de vergunning.
De waarschuwing is een effectieve en proportionele sanctie, bij zeer lichte overtredingen.
Indien bij geconstateerde overtreding(en) van regels bij of krachtens de wet een waarschuwing als een ineffectieve sanctie moet worden beschouwd en intrekking niet proportioneel is, is de bestuurlijke boete het geschikte middel tot sanctionering.
De intrekking van een vergunning heeft zeer vergaande gevolgen, vanwege het feit dat een bedrijf in zijn geheel de beveiligings- of recherchewerkzaamheden dient te staken. Deze sanctie is geschikt voor zware veronachtzaming van de regels gesteld bij of krachtens de wet.