Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2012/34/EU tot instelling van één Europese spoorwegruimte
Artikel 23 Ruimtelijke en tijdelijke geldigheid
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2012
- Bronpublicatie:
21-11-2012, PbEU 2012, L 343 (uitgifte: 14-12-2012, regelingnummer: 2012/34/EU)
- Inwerkingtreding
15-12-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2012, PbEU 2012, L 343 (uitgifte: 14-12-2012, regelingnummer: 2012/34/EU)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Een vergunning geldt voor het gehele grondgebied van de Unie.
2.
Een vergunning blijft geldig zolang de spoorwegonderneming aan de in dit hoofdstuk vervatte verplichtingen voldoet. Een vergunningverlenende autoriteit kan evenwel bepalen dat de vergunning regelmatig aan een nieuw onderzoek wordt onderworpen. Indien dat het geval is, wordt het onderzoek tenminste elke vijf jaar uitgevoerd.
3.
Bijzondere bepalingen betreffende het schorsen of intrekken van de vergunning kunnen in de vergunning zelf worden opgenomen.