Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966
Artikel 5 Uitzonderingen
Geldend
Geldend vanaf 03-02-2000
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 11-11-1988, Trb. 1990, 56.
- Bronpublicatie:
11-11-1988, Trb. 1990, 56 (uitgifte: 20-04-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-02-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2004, Trb. 2004, 56 (uitgifte: 23-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Dit Verdrag is niet van toepassing op:
- a.
oorlogsschepen;
- b.
nieuwe schepen met een lengte van minder dan 24 m (79 voet);
- c.
bestaande schepen met een bruto inhoud van minder dan 150 ton;
- d.
pleziervaartuigen die niet voor handelsdoeleinden worden gebruikt;
- e.
vissersvaartuigen.
2.
Geen der bepalingen van dit Verdrag is van toepassing op schepen die uitsluitend varen op:
- a.
de Grote Meren van Noord-Amerika en de rivier de St. Laurens niet verder oostelijk dan de loxodroom getrokken van Cap des Rosiers naar West Point op het eiland Anticosti en aan de noordzijde van het eiland Anticosti tot de meridiaan van 63° Westerlengte;
- b.
de Kaspische Zee;
- c.
de Rio de la Plata en de rivieren Parana en Uruguay niet verder oostelijk dan tot de loxodroom getrokken van Punta Rasa (Cabo San Antonio) in Argentinië naar Punta del Este in Uruguay.