Einde inhoudsopgave
Kadasterregeling 1994
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1994
- Bronpublicatie:
14-04-1994, Stcrt. 1994, 81 (uitgifte: 27-04-1994, regelingnummer: KAZ15494004)
- Inwerkingtreding
01-05-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-1994, Stb. 1994, 125 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Indien de bewaarder vermoedt dat een inschrijving, bedoeld in de artikelen 38 en 39 van de wet, niet meer van belang is, benadert hij de in artikel 40, onder a, van de wet bedoelde personen, met de vraag of de desbetreffende inschrijving nog van belang is, en met de uitnodiging om, zo dit niet het geval is, de waardeloosheid daarvan te doen inschrijven. Desgewenst kan door de bewaarder het in te schrijven stuk zodanig worden gereedgemaakt dat betrokkene de stukken slechts heeft te ondertekenen en ter inschrijving aan te bieden.