Einde inhoudsopgave
Kadasterregeling 1994
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 28-09-2024
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 31194 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 24.020936)
- Inwerkingtreding
28-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 31194 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 24.020936)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
1.
Indien de bewaarder overeenkomstig artikel 20, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek weigert een stuk in te schrijven, verzendt hij aan de aanbieder een attendering op niet-inschrijving.
2.
De attendering op niet-inschrijving in elektronische vorm is voorzien van een elektronisch zegel van de bewaarder, bedoeld in artikel 7e, tweede lid, van de wet. Indien het stuk in papieren vorm is aangeboden, kan een attendering op niet-inschrijving in elektronische vorm worden verzonden voor zover een elektronisch postadres van de aanbieder bekend is, en anders in papieren vorm.
3.
Indien het stuk in papieren vorm is aangeboden, kan de aanbieder het verzoek tot inschrijving binnen 72 uur na het tijdstip van de verzending van de attendering op niet-inschrijving intrekken door middel van een door hem ondertekend en gedagtekend verzoek in papieren vorm.
4.
Indien het stuk in elektronische vorm is aangeboden, kan de aanbieder het verzoek tot inschrijving binnen 24 uur na het tijdstip van de verzending van de attendering op niet-inschrijving intrekken door middel van een verzoek in elektronische vorm.
5.
De termijnen waarbinnen een verzoek tot inschrijving kan worden ingetrokken, bedoeld in het derde en vierde lid, worden gerekend over werkdagen.