Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:37t [Kennisgeving]
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2013
- Bronpublicatie:
12-06-2013, Stb. 2013, 228 (uitgifte: 25-06-2013, kamerstukken: 33235)
- Inwerkingtreding
22-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2013, Stb. 2013, 228 (uitgifte: 25-06-2013, kamerstukken: 33235)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De beheerder van een beleggingsinstelling stelt indien een door hem beheerde beleggingsinstelling controle verkrijgt in een niet-beursgenoteerde uitgevende instelling, de aandeelhouders, de Autoriteit Financiële Markten en de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling daarvan zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen tien werkdagen in kennis. Bij de kennisgeving verstrekt de beheerder de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
2.
De beheerder van een belegginginstelling houdt indien een door hem beheerde beleggingsinstelling controle verkrijgt in een niet-beursgenoteerde uitgevende instelling, voor de aandeelhouders, de Autoriteit Financiële Markten en de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling de volgende informatie beschikbaar:
- a.
de identiteit van de beheerder;
- b.
het beleid ter voorkoming en beheer van belangenconflicten; en
- c.
het beleid inzake de communicatie met betrekking tot de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling en met name met betrekking tot de werknemers van de desbetreffende niet-beursgenoteerde uitgevende instelling.
3.
De beheerder van een beleggingsinstelling doet indien een door hem beheerde beleggingsinstelling controle verkrijgt in een niet-beursgenoteerde uitgevende instelling, een mededeling of draagt er zorg voor dat de beleggingsinstelling mededeling doet aan de aandeelhouders en de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling met betrekking tot de:
- a.
voornemens van de beleggingsinstelling omtrent toekomst van de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling; en
- b.
te verwachten gevolgen voor het in dienst houden van de werknemers en bestuurders van de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling, met inbegrip van mogelijke belangrijke wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden, indien de onder a bedoelde voornemens worden uitgevoerd.
4.
De beheerder van een beleggingsinstelling verzoekt indien een door hem beheerde beleggingsinstelling controle verkrijgt in een niet-beursgenoteerde uitgevende instelling, het bestuur van de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling om de vertegenwoordigers van de werknemers van de niet-beursgenoteerde uitgevende instelling of, bij ontstentenis van die vertegenwoordigers, de werknemers zelf onverwijld op de hoogte te stellen van de verkrijging van controle door de beleggingsinstelling en de informatie, bedoeld in het eerste tot en met derde lid.
5.
De beheerder van een beleggingsinstelling verstrekt indien een door hem beheerde beleggingsinstelling controle verkrijgt in een niet-beursgenoteerde uitgevende instelling aan de Autoriteit Financiële Markten en aan de deelnemers van de beleggingsinstelling, informatie over de wijze van financiering van de verkrijging van controle door de beleggingsinstelling.