Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
5 Bewijsmiddelen
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2018
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (16-05-2018).
- Bronpublicatie:
04-05-2018, Stcrt. 2018, 26337 (uitgifte: 15-05-2018, regelingnummer: WBV 2018/2)
- Inwerkingtreding
23-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2018, Stcrt. 2018, 26337 (uitgifte: 15-05-2018, regelingnummer: WBV 2018/2)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Algemeen
De IND beschouwt als bewijsmiddel, waaruit moet blijken dat de vreemdeling is ingeschreven aan de onderwijsinstelling binnen twee weken nadat hij rechtmatig verblijf heeft in de zin van artikel 8 Vw, of het voorbereidend jaar heeft afgerond, één van de volgende bescheiden:
- •
een voorlopig bewijs van inschrijving;
- •
een definitief bewijs van inschrijving; of
- •
een verklaring van de onderwijsinstelling dat de vreemdeling een uitwisselingsprogramma volgt.
Mobiliteit binnen de Europese Unie van studenten
De gemachtigde en krachtens artikel 2c van de Vw als referent erkende onderwijsinstelling of de vreemdeling stuurt met de kennisgeving, als bedoeld in artikel 4.47, vierde lid, Vb, de volgende bewijsmiddelen mee naar de IND:
- •
Een ingevuld en ondertekend machtigingsformulier waarmee de vreemdeling de erkende onderwijsinstelling in Nederland machtigt;
- •
Een verklaring van de gemachtigde onderwijsinstelling dat de vreemdeling voldoet aan alle voorwaarden voor toelating bij mobiliteit;
- •
Een kopie van de geldige verblijfsvergunning voor studie zoals afgegeven door de eerste lidstaat als bedoeld in paragraaf B3/2.1 Vc;
- •
Een kopie van een geldig document voor grensoverschrijding op naam van de vreemdeling; en
- •
Een door de vreemdeling ingevulde en ondertekende antecedentenverklaring.
Indien de vreemdeling geen gebruik maakt van de mogelijkheid om de onderwijsinstelling te machtigen, dan is de vreemdeling zelf verantwoordelijk voor het tijdig indienen van de kennisgeving voorzien van alle relevante bewijsmiddelen zoals hierboven van de gemachtigde erkende onderwijsinstelling gevraagd, met uitzondering van de verklaring van de gemachtigde onderwijsinstelling dat de vreemdeling voldoet aan alle voorwaarden voor toelating bij mobiliteit.
In dat geval wordt van de vreemdeling gevraagd dat de kennisgeving, in aanvulling op de hierboven reeds genoemde bewijsmiddelen, vergezeld gaat van:
- •
Een bewijs van (voorlopige) inschrijving bij de onderwijsinstelling;
- •
Een bewijs dat het verblijf van de vreemdeling in Nederland onder een uniaal of multilateraal programma met mobiliteitsmaatregelen of onder een overeenkomst tussen twee of meer instellingen voor hoger onderwijs valt;
- •
Een bewijs dat de mobiliteit voor de duur van maximaal 360 dagen is en binnen de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning past;
- •
Een bewijs dat de vreemdeling zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan zoals genoemd in paragraaf B3/2.4 Vc; en
- •
Een bewijs dat de vreemdeling voldoende is verzekerd tegen ziektekosten zoals genoemd in paragraaf B3/3 Vc.
De IND staat geen mobiliteit toe aan de vreemdeling indien de kennisgeving niet is voorzien van alle relevante bewijsmiddelen gelet op de termijn van 30 dagen als bedoeld in artikel 31, zevende lid van richtlijn (EU) 2016/801.
Middelbaar beroepsonderwijs en voortgezet onderwijs
De IND beschouwt een verklaring van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) of een verklaring van de bevoegde autoriteiten uit het land van herkomst als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling de opleiding niet in zijn land van herkomst of zijn land van bestendig verblijf kan volgen.
De IND beschouwt een verklaring van de bevoegde autoriteiten uit het land van herkomst als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de opleiding van de vreemdeling van betekenis is voor de arbeidsmarkt van zijn land van herkomst.
De IND beschouwt een verklaring van de onderwijsinstelling als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat:
- •
de vreemdeling een Internationaal Baccalaureaat Diploma Programma (IBDP) opleiding volgt aan een door de Internationale baccalaureaatorganisatie (IBO) geaccrediteerde onderwijsinstelling; en
- •
de onderwijsinstelling deel uitmaakt van een internationale organisatie waarbij een uitwisseling van leerlingen over de wereld plaatsvindt en het land van plaatsing wordt bepaald door landelijke comités van deze internationale organisatie of de onderwijsinstelling zijn leerlingen plaatst in een internaat.
Pilot ‘Inkomende mobiliteit mbo4’
De IND beschouwt een verklaring van de onderwijsinstelling als bewijsmiddel:
- •
wanneer uit deze verklaring blijkt dat de vreemdeling het voltijds vierde studiejaar middelbaar beroepsonderwijs (inclusief de mogelijkheid tot een stage) volgt;
- •
wanneer het onderwijs wordt gevolgd aan een onderwijsinstelling, die is opgenomen in het register van de Gedragscode middelbaar beroepsonderwijs; en
- •
dit in overeenstemming is met de voorwaarden voor de pilot ‘Inkomende mobiliteit mbo4’.
De IND beschouwt een verklaring van IELTS als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling voor het Engelstalig onderwijs minimaal een ‘score’ van 4.5 op alle onderdelen heeft behaald.
Indien de vreemdeling zijn vooropleiding heeft genoten in het Engels en is vrijgesteld van de verplichting om een taaltest af te leggen, moet dat blijken uit een verklaring van de onderwijsinstelling.