Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologische erfgoed (herzien)
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 25-05-1995
- Bronpublicatie:
16-01-1992, Trb. 1992, 97 (uitgifte: 03-07-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-05-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-07-2007, Trb. 2007, 126 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Ten behoeve van dit (herziene) Verdrag wordt een commissie van deskundigen, ingesteld door het Comité van ministers van de Raad van Europa ingevolge artikel 17 van het Statuut van de Raad van Europa, belast met toetsing van de toepassing van dit (herziene) Verdrag; zij doet in het bijzonder:
- i.
regelmatig verslag aan het Comité van ministers van de Raad van Europa over de stand van zaken met betrekking tot het beleid inzake de bescherming van het archeologische erfgoed van de Staten die Partij zijn bij dit (herziene) Verdrag en met betrekking tot de toepassing van de in dit (herziene) Verdrag neergelegde beginselen;
- ii.
voorstellen van maatregelen aan het Comité van ministers van de Raad van Europa, gericht op de uitvoering van de bepalingen van dit (herziene) Verdrag, waaronder multilaterale activiteiten, herziening of wijziging van dit (herziene) Verdrag en voorlichting aan het publiek over het doel van dit (herziene) Verdrag;
- iii.
aanbevelingen aan het Comité van ministers van de Raad van Europa betreffende uitnodigingen aan Staten die geen lid zijn van de Raad van Europa, om tot dit (herziene) Verdrag toe te treden.