Einde inhoudsopgave
Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen
Artikel 16 Herstelplan
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stb. 2014, 569 (uitgifte: 24-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stb. 2014, 569 (uitgifte: 24-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Het herstelplan, bedoeld in artikel 138 van de Pensioenwet of artikel 133 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, bevat in ieder geval een beschrijving van:
- a.
de oorzaak van het, gezien de beleidsdekkingsgraad, niet meer voldoen aan de bij of krachtens artikel 132 van de Pensioenwet of artikel 127 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling gestelde vereisten ten aanzien van het vereist eigen vermogen;
- b.
de voorziene ontwikkeling van de technische voorzieningen en de waarden;
- c.
de concrete maatregelen waardoor, gezien de beleidsdekkingsgraad, het eigen vermogen binnen de looptijd van het herstelplan op het vereiste niveau komt, waarbij rekening wordt gehouden met de naar verwachting toe te kennen toeslagverlening en de overige verplichtingen van het fonds.
2.
Het herstelplan is ten aanzien van het eerste lid, onderdelen b en c, gebaseerd op een deterministische analyse op basis van een dekkingsgraadsjabloon.
3.
Bij het indienen van het herstelplan onderbouwt het fonds waarom vanuit het belang van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden een bepaalde looptijd van het herstelplan is gekozen.
4.
De in het eerste lid, onder c, bedoelde maatregelen mogen er niet toe leiden dat het risico dat niet wordt voldaan aan de in het eerste lid, onder a, genoemde vereisten ten aanzien van het vereist eigen vermogen, doelbewust wordt vergroot ten opzichte van de situatie waarin wel werd voldaan aan de in artikel 132 van de Pensioenwet of artikel 127 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling opgenomen vereisten.
5.
Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing in de periode tussen het moment dat het fonds vaststelt dat niet wordt voldaan aan de in het eerste lid, onderdeel a, genoemde vereisten ten aanzien van het vereist eigen vermogen en de ingangsdatum van het herstelplan.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.