Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 69810 (uitgifte: 30-12-2019, regelingnummer: 2019-0000199975)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 69810 (uitgifte: 30-12-2019, regelingnummer: 2019-0000199975)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Energiebelasting
1.
De teruggaafregeling, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de wet, is van toepassing mits:
- a.
de instelling verklaart dat is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 69, tweede lid, onderdelen a, b en d, van de wet;
- b.
de over te leggen eindfactuur op naam van de instelling staat die het verzoek om teruggaaf doet;
- c.
de instelling die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 5c, onderdelen a en b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, verklaart dat aan die voorwaarden en aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 69, tweede lid, onderdeel e, van de wet, is voldaan, en de in artikel 5c, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen genoemde regelgeving desgevraagd wordt overgelegd.
2.
De teruggaafregeling, bedoeld in artikel 69, derde lid, van de wet, is van toepassing mits:
- a.
de notarieel verleden statuten onderscheidenlijk verklaringen waaruit de doelstelling van de instellingen, bedoeld in artikel 69, derde lid, onderdelen b en c, van de wet, blijkt, desgevraagd worden overgelegd;
- b.
de instelling die het verzoek om teruggaaf doet, verklaart dat is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 69, derde lid, onderdelen a en d tot en met f, van de wet;
- c.
de over te leggen eindfactuur op naam van de instelling staat die het verzoek om teruggaaf doet, en
- d.
de instelling die het verzoek om teruggaaf doet, een bezettingsoverzicht overlegt van de bezettingsgraad in tijd en oppervlakte, dan wel in huuropbrengsten, van de onroerende zaak, waaruit blijkt dat de onroerende zaak hoofdzakelijk in gebruik is geweest bij meer dan één instelling die een algemeen nut beogende instelling is of die een instelling is die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 5c, onderdelen a en b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, en artikel 69, tweede lid, onderdeel e, van de wet.
3.
In de verzoeken om teruggaaf, bedoeld in artikel 69, eerste, tweede en derde lid, van de wet, worden de volgende gegevens vermeld:
- a.
het tijdvak waarover teruggaaf wordt verzocht;
- b.
naam en adres van de verbruiker;
- c.
BSN of RSIN van de verbruiker;
- d.
naam en adres van de leverancier;
- e.
de EAN-code(s) van de aansluiting(en); en
- f.
de totaal verbruikte hoeveelheden aardgas en elektriciteit.