Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013
Artikel 47 Interventietypes in de sector groenten en fruit, de hopsector, de sector olijfolie en tafelolijven en in de andere sectoren bedoeld in artikel 42, punt f)
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Voor elke doelstelling die de lidstaten uit de in artikel 46, punten a) tot en met i) en k), vermelde doelstellingen kiezen, selecteren zij in hun strategische GLB-plannen een of meer van de volgende interventietypes in de in artikel 42, punten a), d), e) en f), vermelde sectoren:
- a)
investeringen in materiële en immateriële activa, onderzoek en experimentele en innovatieve productiemethoden en andere acties op gebieden zoals:
- i)
bodembehoud, met inbegrip van de verhoging van het koolstofgehalte van de bodem en de verbetering van de bodemstructuur, en de vermindering van verontreinigende stoffen;
- ii)
verbetering van het gebruik en het goede beheer van water, onder meer op het gebied van waterbesparing, waterbehoud en waterdrainage;
- iii)
voorkoming van schade veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden en stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van variëteiten, rassen en beheerspraktijken die aan de veranderende klimaatomstandigheden zijn aangepast;
- iv)
het vergroten van energiebesparingen, meer energie-efficiëntie en een groter gebruik van hernieuwbare energie;
- v)
ecologische verpakking, uitsluitend op het gebied van onderzoek en experimentele productie;
- vi)
bioveiligheid, gezondheid en welzijn van dieren;
- vii)
vermindering van emissies en afvalstoffen, verbetering van het gebruik van bijproducten, met inbegrip van hergebruik en valorisatie daarvan, en afvalbeheer;
- viii)
verbetering van de weerbaarheid tegen plagen en vermindering van de risico's en de effecten van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, met inbegrip van de toepassing van geïntegreerde plaagbestrijdingsstechnieken;
- ix)
verbetering van de weerstand tegen dierziekten en vermindering van het gebruik van diergeneesmiddelen, waaronder antibiotica;
- x)
aanleg en behoud van habitats die gunstig zijn voor de biodiversiteit;
- xi)
verbetering van de productkwaliteit;
- xii)
verbetering van genetische hulpbronnen;
- xiii)
verbetering van de arbeidsvoorwaarden en handhaving van de werkgeversverplichtingen en van de vereisten voor gezondheid en de veiligheid op de werkplek overeenkomstig de Richtlijnen 89/391/EEG, 2009/104/EG en (EU) 2019/1152;
- b)
adviesdiensten en technische bijstand, met name op het gebied van duurzame plaag- en ziektebestrijdingstechnieken, duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en diergezondheidsproducten, aanpassing aan en matiging van klimaatverandering, de arbeidsvoorwaarden, werkgeversverplichtingen en gezondheid en veiligheid op het werk;
- c)
opleiding, met inbegrip van coaching en uitwisseling van beste praktijken, met name op het gebied van duurzame plaag- en ziektebestrijdingstechnieken, het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en diergezondheidsproducten, aanpassing aan en matiging van de klimaatverandering, evenals het gebruik van georganiseerde handelsplatformen en de handel in grondstoffen op de spot- en termijnmarkten;
- d)
biologische of geïntegreerde productie;
- e)
acties om de duurzaamheid en de efficiëntie van het vervoer en de opslag van producten te verbeteren;
- f)
afzetbevordering, communicatie en afzet, waaronder acties en activiteiten die in het bijzonder zijn gericht op het vergroten van het consumentenbewustzijn ten aanzien van de kwaliteitsregelingen van de Unie en het belang van gezonde eetgewoonten, en op de diversificatie en consolidatie van afzetmarkten;
- g)
uitvoering van op nationaal niveau en op het niveau van de Unie ingestelde kwaliteitsregelingen;
- h)
uitvoering van traceerbaarheids- en certificeringssystemen, met name kwaliteitsmonitoring van de aan de eindverbruikers verkochte producten;
- i)
acties voor aanpassing aan en matiging van klimaatverandering.
2.
Voor de in artikel 46, punt j), vermelde doelstelling selecteren de lidstaten in hun strategische GLB-plannen een of meer van de volgende interventietypes in de in artikel 42, punten a), d), e) en f), vermelde sectoren:
- a)
het opzetten, vullen en aanvullen van onderlinge fondsen door producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties die op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 of artikel 67, lid 7, van deze verordening zijn erkend;
- b)
investeringen in materiële en immateriële activa om de op de markt gebrachte hoeveelheden efficiënter te beheren, waaronder voor collectieve opslag;
- c)
collectieve opslag van producten die zijn geproduceerd door de producentenorganisatie of haar leden, evenals, waar nodig, de collectieve verwerking van producten om die opslag te vergemakkelijken;
- d)
herbeplanting van boomgaarden of olijfgaarden waar dat nodig is na verplichte rooiing om gezondheids-of fytosanitaire redenen in opdracht van de bevoegde autoriteit van de lidstaat of ter aanpassing aan klimaatverandering;
- e)
aanvulling van de veestapel nadat er om gezondheidsredenen verplicht dieren zijn geruimd of na verliezen als gevolg van natuurrampen;
- f)
het uit de markt nemen voor gratis verstrekking of andere bestemmingen, met inbegrip van de verwerkingskosten die nodig zijn om het uit de markt nemen te faciliteren;
- g)
groen oogsten, waaronder wordt verstaan het oogsten op een bepaald areaal van de totale hoeveelheid onrijpe, niet-afzetbare producten die vóór het groen oogsten niet beschadigd zijn als gevolg van weersomstandigheden, ziekte of andere oorzaken;
- h)
niet oogsten, waaronder wordt verstaan de beëindiging van de aan de gang zijnde productiecyclus op het betrokken areaal wanneer het product goed ontwikkeld en van gezonde handelskwaliteit is, met uitzondering van de vernietiging van producten wegens weersomstandigheden of ziekte;
- i)
oogst- en productieverzekering die bijdraagt aan het veiligstellen van het inkomen van de producenten bij verliezen als gevolg van natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden, ziekten of plagen, en er tevens voor zorgt dat de begunstigden de nodige risicopreventiemaatregelen nemen;
- j)
begeleiding van andere producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties die op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 of artikel 67, lid 7, van deze verordening zijn erkend, of coaching van individuele producenten;
- k)
uitvoering en beheer van sanitaire en fytosanitaire voorschriften van derde landen op het grondgebied van de Unie om de toegang tot de markten van derde landen te vergemakkelijken;
- l)
communicatieacties gericht op bewustmaking en het informeren van consumenten.