Einde inhoudsopgave
Warmtebesluit
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
10-09-2013, Stb. 2013, 359 (uitgifte: 27-09-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-09-2013, Stb. 2013, 359 (uitgifte: 27-09-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt.
2.
De aanvraag voor een vergunning bevat in aanvulling op artikel 4:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht:
- a.
een overzicht en een beschrijving van de door de aanvrager te exploiteren warmtenetten,
- b.
een recente jaarrekening of een openingsbalans, welke is voorzien van een accountantsverklaring,
- c.
een recente verklaring van de rechtbank op basis van de registers, bedoeld in de artikelen 19 en 222a van de Faillissementswet, waaruit blijkt dat de aanvrager niet in staat van faillissement verkeert en dat de aanvrager geen surseance van betaling is verleend,
- d.
een beschrijving van de organisatie van de aanvrager, waarin in ieder geval is opgenomen de voorziene administratieve organisatie, met inbegrip van de financiële administratie, en de interne en externe controle hierop,
- e.
een prognose van de warmtevraag van de verbruikers en een beschrijving van de wijze waarop aan deze vraag tegemoet wordt gekomen,
- f.
een beschrijving van de juridische structuur van de groep, bedoeld in artikel 24b, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voorzien van een organogram, waarin per rechtspersoon en vennootschap wordt aangegeven wie daarin de zeggenschap uitoefent en wie gerechtigd is tot het resultaat,
- g.
voorbeelden van alle door de aanvrager gehanteerde offertes en overeenkomsten voor verbruikers met de hierbij behorende algemene voorwaarden,
- h.
de door de aanvrager gehanteerde klachten- en geschillenregeling voor verbruikers.
3.
De bescheiden, bedoeld in het tweede lid, worden niet aan de Autoriteit Consument en Markt overgelegd indien deze bij haar reeds beschikbaar zijn.
4.
De aanvrager beschikt over de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten indien ten minste:
- a.
de aanvrager over een goede administratieve organisatie, met inbegrip van de financiële administratie, en over een goede interne of externe controle hierop beschikt,
- b.
de aanvrager niet in staat van faillissement verkeert,
- c.
de aanvrager geen surseance van betaling is verleend, en
- d.
de aanvrager beschikt over een doeltreffend systeem voor de beheersing van de kwaliteit van zijn te leveren goederen en diensten.