Einde inhoudsopgave
Penitentiaire beginselenwet
Artikel 57 [Horen gedetineerde omtrent voorgenomen maatregelen. Tolk]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
03-04-2019, Stb. 2019, 141 (uitgifte: 12-04-2019, kamerstukken: 33844)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2020, Stb. 2020, 456 (uitgifte: 18-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
De directeur stelt de gedetineerde in de gelegenheid te worden gehoord, zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal, alvorens hij beslist omtrent:
- a.
de weigering of intrekking van de toestemming om een kind in de inrichting onder te brengen, bedoeld in artikel 12;
- b.
de uitsluiting van deelname aan activiteiten en de verlenging daarvan, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder a of b, onderscheidenlijk tweede lid;
- c.
de plaatsing in afzondering en de verlenging hiervan, bedoeld in artikel 24, eerste lid, op grond van artikel 23, eerste lid, onder a of b, onderscheidenlijk artikel 24, derde lid, en de toepassing van artikel 25;
- d.
de beperking en de intrekking van verlof, bedoeld in artikel 26, derde lid;
- e.
het onderzoek in het lichaam, bedoeld in artikel 31;
- f.
het gedogen van een geneeskundige handeling, bedoeld in artikel 32;
- g.
het verrichten van een geneeskundige behandeling bedoeld in artikel 46d, onder a of b;
- h.
de bevestiging door mechanische middelen en de verlenging daarvan, bedoeld in artikel 33, eerste onderscheidenlijk derde lid;
- i.
de observatie door middel van een camera en de verlenging daarvan, bedoeld in artikel 34a, eerste onderscheidenlijk derde lid;
- j.
de observatie door middel van een camera, bedoeld in de artikelen 24a, eerste lid, en 51a, eerste lid;
- k.
de oplegging van een disciplinaire straf, bedoeld in artikel 51, en toepassing van de artikelen 52 en 53, derde lid;
- l.
de overplaatsing van een gedetineerde naar een andere locatie binnen dezelfde penitentiaire inrichting.
2.
Zo nodig geschiedt het horen van de gedetineerde met bijstand van een tolk. Van het horen van de gedetineerde wordt aantekening gehouden.
3.
Toepassing van het eerste lid, onder b, c, d, e, f, h en l, kan achterwege blijven indien:
- a.
de vereiste spoed zich daartegen verzet;
- b.
de gemoedstoestand van de gedetineerde daaraan in de weg staat.