Verdrag betreffende het verbod op en de onmiddellijke actie voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 19-11-2000
- Bronpublicatie:
17-06-1999, Trb. 2000, 52 (uitgifte: 23-05-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-11-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-1999, Trb. 2000, 52 (uitgifte: 23-05-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Voor de toepassing van dit Verdrag omvat de uitdrukking ‘de ergste vormen van kinderarbeid’:
- a.
alle vormen van slavernij of met slavernij gelijk te stellen praktijken, zoals de verkoop van en de handel in kinderen, schuldhorigheid en lijfeigenschap, en gedwongen of verplichte arbeid, met inbegrip van gedwongen of verplichte recrutering van kinderen voor inzet in gewapende conflicten;
- b.
het gebruik, het aanwerven of aanbieden van een kind voor prostitutie, voor de productie van pornografie of voor pornografische voorstellingen;
- c.
het gebruik, het aanwerven of aanbieden van een kind voor illegale werkzaamheden, in het bijzonder voor de productie van en de handel in drugs zoals omschreven in de desbetreffende internationale verdragen;
- d.
werk dat door zijn aard of de omstandigheden waaronder het wordt verricht waarschijnlijk schadelijk is voor de gezondheid, de veiligheid of de zedelijkheid van kinderen.