Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
12 Na verblijf als slachtoffer of slachtoffer-aangever van mensenhandel
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2024
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Inwerkingtreding
01-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Op grond van artikel 3.51, vierde lid, Vb jo artikel 3.24aa, tweede lid, aanhef en onder f, VV verleent de IND de verblijfsvergunning aan de vreemdeling bedoeld in artikel 3.48, eerste lid, aanhef en onder a, en b, en g, Vb, als de vreemdeling aan één van de volgende voorwaarden voldoet:
- 1.
de officier van justitie besluit tot vervolging over te gaan ter zake van het strafbare feit waarvan aangifte is gedaan en dat heeft geleid tot verlening van de verblijfsvergunning op grond van artikel 3.48, eerste lid, aanhef en onder a, b, en g, Vb;
- 2.
het gerechtshof heeft het beklag als bedoeld in artikel 12 WvSv ter zake van mensenhandel gegrond verklaard en het gerechtshof heeft de officier van justitie bevolen strafvervolging ter zake van mensenhandel in te stellen; of
- 3.
er loopt een strafzaak en het slachtoffer verblijft drie jaar onafgebroken op basis van een verblijfsvergunning op grond van het beleid inzake mensenhandel in Nederland.
Ad 1
Een vervolgingsbeslissing is voldoende, als mensenhandel een onderdeel vormt van de tenlastelegging.
Ad 2
De IND kan de verblijfsvergunning zowel ambtshalve (artikel 3.6b Vb) als op aanvraag verlenen.
Als de vreemdeling geen aanvraag heeft ingediend, maar wel de beschikking van het gerechtshof heeft overlegd waarin het gerechtshof het beklag gegrond heeft verklaard, verleent de IND de verblijfsvergunning ambtshalve. De ingangsdatum van deze vergunning is de datum van de beschikking van het gerechtshof, als op die datum ook aan de overige voorwaarden voor een verblijfsvergunning humanitair niet-tijdelijk wordt voldaan.
Als de vreemdeling een aanvraag heeft ingediend, verleent de IND de verblijfsververgunning met als ingangsdatum de datum van de aanvraag, als op die datum aan alle voorwaarden voor een verblijfsvergunning humanitair niet-tijdelijk wordt voldaan.
Als de vreemdeling niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op één van de gronden die onder 1, 2 en 3 zijn beschreven, verleent de IND een verblijfsvergunning als de vreemdeling heeft onderbouwd dat op grond van bijzondere individuele omstandigheden die rechtstreeks verband houden met mensenhandel, niet kan worden gevergd dat hij Nederland verlaat.
De IND betrekt in elk geval de volgende factoren bij de beoordeling of van de vreemdeling kan worden gevergd dat hij Nederland verlaat:
- •
risico van represailles ten opzichte van de vreemdeling en zijn familie en de mate van bescherming daartegen die de autoriteiten in het land van herkomst bereid en in staat zijn te bieden;
- •
risico van vervolging in het land van herkomst, bijvoorbeeld op grond van prostitutie; en
- •
de mogelijkheden van sociale en maatschappelijke herintegratie in het land van herkomst.