Einde inhoudsopgave
Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen
Artikel 41
Geldend
Geldend vanaf 23-02-2011
- Bronpublicatie:
13-12-2010, Stb. 2011, 4 (uitgifte: 11-01-2011, kamerstukken: 32456)
- Inwerkingtreding
23-02-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-02-2011, Stb. 2011, 79 (uitgifte: 22-02-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt tezamen met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Defensie nadere regels ten aanzien van de betrokkene die als overheidswerknemer op het tijdstip waarop fase 1, 2 of 3 van deze wet op hem van toepassing wordt, tegelijkertijd recht heeft op twee of meer van de navolgende uitkeringen of voorzieningen danwel een combinatie daarvan:
- a.
twee of meer van de navolgende rechten in verband met ongeschiktheid tot werken wegens ziekte:
- 1°
bezoldiging of uitkering ingeval van ziekte;
- 2°
een ziekengeld op grond van de ZW;
- b.
twee of meer van de navolgende arbeidsongeschiktheidsuitkeringen:
- 1°
een WAO-conforme uitkering;
- 2°
een pensioen ter zake van arbeidsongeschiktheid;
- 3°
een uitkering op grond van de WAO;
- 4°
- 5°
een uitkering terzake van arbeidsongeschiktheid op grond van een wettelijke regeling van de Nederlandse Antillen, Aruba of een vreemde mogendheid;
- c.
twee of meer van de navolgende werkloosheidsuitkeringen:
- 1°
een of meer wachtgelden;
- 2°
een of meer uitkeringen op grond van de WW;
- d.
twee of meer loonsuppleties op grond van dan wel overeenkomstig artikel 60 van de WAO;
- e.
twee of meer reïntegratie-uitkeringen op grond van dan wel overeenkomstig artikel 63 van de WAO.
2.
De in het eerste lid bedoelde regels hebben in ieder geval betrekking op de bepaling van:
- a.
de datum waarop het in artikel 4, eerste lid, bedoelde recht op een ziekengeld op grond van de ZW, het in artikel 13, eerste of tweede lid, of artikel 23, eerste lid, bedoelde recht op een uitkering op grond van de WAO, het in artikel 20, tweede lid, of artikel 28, tweede lid, bedoelde recht op een loonsuppletie of een reïntegratie-uitkering op grond van de WAO, dan wel het in artikel 31, eerste, tweede of derde lid, bedoelde recht op een uitkering op grond van de WW van de betrokkene ingaat;
- b.
de mate van arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO;
- c.
- d.
vervallen;
- e.
de kostenverdeling, met inbegrip van de uitvoeringskosten, ter zake van de in onderdeel a bedoelde rechten.
3.
De in het eerste lid bedoelde regels hebben tot doel te bereiken dat een hoogte en een duur van het ingevolge deze wet aan de betrokkene toe te kennen ziekengeld op grond van de ZW, uitkering op grond van de WAO, loonsuppletie of reïntegratie-uitkering op grond van de WAO, danwel uitkering op grond van de WW wordt vastgesteld die ten minste evenredig is aan de hoogte en duur van het met de betreffende werknemersverzekering overeenkomende deel van het wachtgeld, de uitkering of de voorziening waarop de betrokkene in zijn hoedanigheid als overheidswerknemer, danwel gewezen overheidswerknemer recht had op de dag voorafgaande aan de datum waarop de betreffende werknemersverzekering ingevolge deze wet op hem van toepassing werd.