Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1139 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 en Verordening (EEG) nr. 3922/91
Artikel 31 Uitvoeringshandelingen ten aanzien van vluchtuitvoeringen
Geldend
Geldend vanaf 11-09-2018
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2023, L 116).
- Bronpublicatie:
04-07-2018, PbEU 2018, L 212 (uitgifte: 22-08-2018, regelingnummer: 2018/1139)
- Inwerkingtreding
11-09-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2018, PbEU 2018, L 212 (uitgifte: 22-08-2018, regelingnummer: 2018/1139)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Met het oog op de eenvormige uitvoering en naleving van de in artikel 29 bedoelde essentiële eisen, stelt de Commissie voor de in artikel 2, lid 1, onder b), bedoelde vluchtuitvoering met luchtvaartuigen, niet zijnde onbemande luchtvaartuigen, op basis van de in artikel 4 vermelde beginselen, met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 1 genoemde doelstellingen, uitvoeringshandelingen vast waarin nadere bepalingen worden vastgelegd met betrekking tot:
- a)
de specifieke regels en procedures voor de vluchtuitvoering met luchtvaartuigen in overeenstemming met de in artikel 29 bedoelde essentiële eisen;
- b)
de regels en procedures voor het afgeven, handhaven, wijzigen, beperken, schorsen of intrekken van de in artikel 30, lid 1, onder b), bedoelde certificaten, en voor de situaties waarin die certificaten verplicht zijn;
- c)
de regels en procedures voor de in artikel 30, lid 1, onder a), bedoelde verklaring voor luchtvaartuigexploitanten, en voor de situaties waarin die verklaringen verplicht zijn;
- d)
- e)
de aanvullende eisen die nodig zijn om overeenstemming te waarborgen met de in artikel 29 bedoelde essentiële eisen die van toepassing zijn op luchtvaartuigexploitanten die zijn gevestigd, verblijven of een hoofdkantoor hebben op het grondgebied waarop de Verdragen van toepassing zijn, wanneer die exploitanten codesharingovereenkomsten of leaseovereenkomsten sluiten of als zij vluchten uitvoeren met een luchtvaartuig dat in een derde land is geregistreerd;
- f)
de regels en procedures waaraan de in artikel 30, lid 1, bedoelde luchtvaartuigexploitanten moeten voldoen met betrekking tot het opstellen van een minimumuitrustingslijst (MEL) of gelijkwaardig document, en voor de situaties waarin dat vereist is;
- g)
de regels en procedures volgens welke een luchtvaartuig moet worden uitgerust met de nodige veiligheidsuitrusting en -apparaten, waaronder de toestellen voor het registreren van vluchtgegevens en/of middelen bedoeld in artikel 30, lid 7, en de regels en procedures voor het behoud, de bescherming, het gebruik en, indien van toepassing, de beveiligde doorzending van de betreffende gegevens.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 127, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.
2.
Bij het vaststellen van deze uitvoeringshandelingen waarborgt de Commissie dat de in artikel 29 van deze verordening bedoelde essentiële eisen worden nageleefd, en houdt zij terdege rekening met de internationale normen en aanbevolen praktijken, in het bijzonder die van bijlage 6 bij het Verdrag van Chicago.