Einde inhoudsopgave
Wet merken BES
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2011
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 12-07-2012, Stb. 375.
- Bronpublicatie:
27-09-2011, Stcrt. 2011, 17604 (uitgifte: 06-10-2011, regelingnummer: WJZ/11122065)
- Inwerkingtreding
07-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2011, Stcrt. 2011, 17604 (uitgifte: 06-10-2011, regelingnummer: WJZ/11122065)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1.
Het recht op het merk vervalt:
- a.
door de vrijwillige doorhaling of het verstrijken van de geldigheidsduur van de inschrijving van het depot;
- b.
door de doorhaling of het verstrijken van de geldigheidsduur van de internationale inschrijving of door afstand van de bescherming op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, of overeenkomstig het in artikel 6 van het Protocol van 27 juni 1989 (Trb. 1990, 44) bij de Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken van 14 april 1891 bepaalde, door het feit dat het merk geen wettelijke bescherming meer geniet in het land van oorsprong.
2.
Het recht op het merk wordt, binnen de in artikel 25, vierde lid, gestelde grenzen, vervallen verklaard:
- a.
voorzover gedurende een ononderbroken tijdvak van vijf jaren zonder geldige reden, geen normaal gebruik van het merk is gemaakt op Bonaire, Sint Eustatius of Saba voor de waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven; in een geding kan de rechter de merkhouder geheel of gedeeltelijk met het bewijs van het gebruik belasten;
- b.
voorzover het merk, na op regelmatige wijze te zijn verkregen, door toedoen of nalaten van de merkhouder in het normale taalgebruik de gebruikelijke benaming van een waar is geworden;
- c.
voorzover het merk, als gevolg van het gebruik dat ervan wordt gemaakt, voor de waren waarvoor het is ingeschreven, het publiek kan misleiden, met name omtrent de aard, de hoedanigheid of de geografische herkomst van deze waren of diensten.
3.
Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel a, wordt onder gebruik van het merk mede verstaan:
- a.
het gebruik van het merk in een op onderdelen afwijkende vorm, zonder dat onderscheidend kenmerk van het merk in de vorm waarin het is ingeschreven, wordt gewijzigd;
- b.
het aanbrengen van het merk op waren of de verpakking ervan, uitsluitend met het oog op uitvoer;
- c.
het gebruik van het merk door een derde met toestemming van de merkhouder.