Einde inhoudsopgave
Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001
Artikel 60 Melding van mogelijke fraude, vermissing of inname van een uitgereikt reisdocument
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2023
- Bronpublicatie:
29-06-2023, Stcrt. 2023, 25112 (uitgifte: 13-09-2023, regelingnummer: 2023001099)
- Inwerkingtreding
14-09-2023, terugwerkend tot: 01-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2023, Stcrt. 2023, 25112 (uitgifte: 13-09-2023, regelingnummer: 2023001099)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Indien een eerder uitgereikt reisdocument mogelijk voorwerp is van fraude, is vermist of op andere gronden dan ingevolge de wet door een daartoe bevoegde autoriteit is ingenomen, kan de houder dit gegeven overeenkomstig het tweede, derde, onderscheidenlijk vierde lid, melden aan:
- a.
de burgemeester van de gemeente waarvan hij ingezetene is;
- b.
een burgemeester als bedoeld in de artikelen 3.2., eerste lid, onderdeel a, en 4.2., eerste lid, onderdeel a, van het besluit, indien de houder niet in de basisregistratie personen als ingezetene is ingeschreven;
- c.
de gezaghebber van een openbaar lichaam;
- d.
de burgemeester van Haarlemmermeer, bedoeld in artikel 3.2, tweede lid, en artikel 4.2, tweede lid, van het besluit, indien de houder in de basisadministratie van Aruba, Curaçao of Sint Maarten is ingeschreven, het reisdocument een Nederlandse identiteitskaart betreft en de aanvraag is gedaan bij de burgemeester van Haarlemmermeer op een vestiging van de Vertegenwoordiging van de Nederlandse regering bij de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten; of
- e.
een burgemeester als bedoeld in de artikelen 3.2., eerste lid, onderdeel b, en 4.2., eerste lid, onderdeel b, van het besluit, indien de houder verblijft in een penitentiaire inrichting in een in artikel 7, tweede lid, aangewezen gemeente en in de basisregistratie personen als ingezetene is ingeschreven.
2.
De melding van mogelijke fraude vindt plaats door middel van een door de houder ten overstaan van de daartoe door de burgemeester of de gezaghebber aangewezen persoon af te leggen schriftelijke verklaring, overeenkomstig het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier. Bij de melding van mogelijke fraude levert de houder zijn reisdocument in. Indien het reisdocument is vermist wordt een melding van vermissing gedaan, bedoeld in het derde lid.
3.
De melding van een vermissing vindt plaats door middel van een door de houder ten overstaan van de daartoe door de burgemeester of de gezaghebber aangewezen persoon af te leggen schriftelijke verklaring, overeenkomstig het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier. Indien een proces-verbaal van de politie wordt overgelegd, wordt daarvan een kopie gemaakt die aan de schriftelijke verklaring omtrent de vermissing wordt toegevoegd. De melding van een vermissing aan een burgemeester kan tevens elektronisch geschieden, overeenkomstig het daartoe door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar gestelde formulier, indien de burgemeester deze weg beschikbaar heeft gesteld. In het geval van een elektronische melding geschiedt de vaststelling van de juistheid van de identiteit van de houder door middel van Digid op basis van ten minste een twee-factoren-authenticatie, dan wel een ander en minstens even betrouwbare authenticatiemethode.
4.
De melding van de inname van een uitgereikt reisdocument op andere gronden dan ingevolge de wet door een daartoe bevoegde autoriteit vindt plaats door middel van het overleggen van een door de desbetreffende autoriteit afgegeven schriftelijke verklaring omtrent de inname, aan de daartoe door de burgemeester of de gezaghebber aangewezen persoon. De daartoe aangewezen persoon maakt een kopie van deze verklaring.
5.
De schriftelijke verklaring omtrent mogelijke fraude, bedoeld in het tweede lid, de schriftelijke of elektronische verklaring omtrent de vermissing, bedoeld in het derde lid, dan wel de kopie van de schriftelijke verklaring die omtrent de inname is overgelegd, bedoeld in het vierde lid, wordt bewaard in de reisdocumentenadministratie in de gemeente of het openbaar lichaam waar de in het eerste lid bedoelde melding is gedaan.
6.
Mogelijke fraude, vermissing of inname op andere gronden dan ingevolge de wet door een daartoe bevoegde autoriteit van een uitgereikt reisdocument wordt terstond opgenomen in de basisadministratie waarin de houder als ingezetene is ingeschreven, waarbij een inname en mogelijke fraude worden opgenomen als een inhouding.