Einde inhoudsopgave
Besluit geruisloze terugkeer (art. 14c Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
6 Beschikking inzake het bij de voortzettende aandeelhouder nog in aanmerking te nemen ondernemingsverlies
Geldend
Geldend vanaf 18-07-2023
- Bronpublicatie:
06-07-2023, Stcrt. 2023, 19835 (uitgifte: 17-07-2023, regelingnummer: 2023-14295)
- Inwerkingtreding
18-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2023, Stcrt. 2023, 19835 (uitgifte: 17-07-2023, regelingnummer: 2023-14295)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Geruisloze terugkeer
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Inkomstenbelasting / Winst
Ingevolge artikel 14c, derde lid, Wet Vpb worden verliezen, voor zover na toepassing van het tweede lid nog niet verrekend, deels aangemerkt als ondernemingsverlies in de zin van artikel 3.148, tweede lid, Wet IB 2001. Rekening houdend met de goedkeuring vermeld in onderdeel 3.5.5, wordt 19/44 deel aangemerkt als ondernemingsverlies (voor boekjaren aanvangend in het kalenderjaar 2023), onderscheidenlijk het deel dat voortvloeit uit die bepaling (voor boekjaren aanvangend op of na 1 januari 2024). Deze beschikking als bedoeld in artikel 14c, derde lid, Wet Vpb wordt vastgesteld door de inspecteur bevoegd voor de vennootschapsbelasting van de vennootschap.
Een modelbeschikking is bijgevoegd als bijlage 5.
Een verlies als bedoeld in artikel 3.148, tweede lid, Wet IB 2001 wordt vastgesteld bij beschikking, met toepassing van artikel 3.151 Wet IB 2001. De inspecteur die bevoegd is tot vaststelling van de beschikking ex artikel 3.151 Wet IB 2001, geeft deze beschikking niet eerder af dan na ontvangst van de kennisgeving van het door de inspecteur die de beschikking op basis van artikel 14c, eerste lid, Wet Vpb heeft afgegeven, vastgestelde verlies dat aan de voortzettende aandeelhouder wordt toegerekend. De beschikking als bedoeld in artikel 3.151 Wet IB 2001 wordt afgegeven nadat alle voortzettende aandeelhouders de voorwaarden inzake de toepassing van artikel 14c Wet Vpb hebben aanvaard en nadat alle aanslagen van de vennootschap over de boekjaren voorafgaand aan het overgangstijdstip onherroepelijk vaststaan.