Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2018
- Bronpublicatie:
26-07-2017, Stb. 2017, 317 (uitgifte: 17-08-2017, kamerstukken: 34588)
- Inwerkingtreding
01-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2018, Stb. 2018, 119 (uitgifte: 26-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Indien onverwijlde spoed toepassing van het bepaalde in artikel 36, tweede lid, niet toelaat, kan reeds tot de uitoefening van een bevoegdheid waarvoor Onze betrokken Minister toestemming heeft verleend worden overgegaan. Onze betrokken Minister legt de toestemming onverwijld voor aan de toetsingscommissie.
2.
Bij het voorleggen van de toestemming aan de toetsingscommissie wordt de toetsingscommissie omtrent de toepassing van het bepaalde in het eerste lid, eerste volzin, met redenen omkleed geïnformeerd. De toetsingscommissie betrekt de toepassing van het eerste lid, eerste volzin, in haar beoordeling.
3.
Indien de toetsingscommissie van oordeel is dat de toestemming niet rechtmatig is verleend, deelt zij haar oordeel met redenen omkleed aan Onze betrokken Minister mee. De door Onze betrokken Minister verleende toestemming vervalt van rechtswege. De met de uitoefening van de bevoegdheid verzamelde gegevens worden terstond vernietigd.
4.
Indien de toetsingscommissie van oordeel is dat ten onrechte toepassing is gegeven aan het bepaalde in het eerste lid, eerste volzin, maar van oordeel is dat de toestemming rechtmatig is verleend, bepaalt zij tevens welke gevolgen daaraan verbonden dienen te worden voor de gegevens die zijn verzameld voorafgaand aan het oordeel van de toetsingscommissie. Zij deelt haar oordeel met redenen omkleed aan Onze betrokken Minister mee.