Einde inhoudsopgave
Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Inwerkingtreding
05-01-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
In de keuringsruimte is de volgende apparatuur aanwezig:
- a.
een doelmatige krik die voldoende draagvermogen heeft om van de voertuigen van de groep waarvoor de erkenning voor de betrokken keuringsplaats wordt aangevraagd, de wielen van de voorste as gelijktijdig en de wielen van de achterste as afzonderlijk op zodanige wijze te kunnen heffen, dat deze vrij kunnen draaien;
- b.
een dubbel geïsoleerde veiligheidslooplamp dan wel een zaklantaarn, al dan niet voorzien van een oplaadbare accu, die enerzijds een zodanige lichtsterkte heeft dat ook moeilijk bereikbare onderdelen van een voertuig voldoende helder kunnen worden verlicht om een nauwkeurige inspectie van een voertuig mogelijk te maken en die anderzijds zodanig is afgeschermd dat degene die de keuring uitvoert niet door het uitgestraalde licht wordt verblind;
- c.
een meetband met een minimale nauwkeurigheidsklasse III van ten minste 12,00 m, indien de erkenning wordt aangevraagd voor voertuigen waarvan de toegestane maximummassa niet meer bedraagt dan 3500 kg of voor landbouw- of bosbouwtrekkers. Indien het een erkenning betreft voor voertuigen waarvan de toegestane maximummassa meer bedraagt dan 3500 kg is de meetband ten minste 20,00 m. Bij erkenningen met een beperking voor de voertuiglengte heeft de meetband tenminste dezelfde lengte als de toegestane voertuiglengte;
- d.
een doelmatige schuifmaat die is voorzien van een meetstift voor dieptemeting;
- e.
basisgereedschap voor de controle op het vastzitten van nagels en bouten en andere verbindingen, te weten een set steek- en ringsleutels, schroevendraaiers en een hamer, alsmede een bolkophamertje voor de controle op corrosie;
- f.
een doelmatige bandenspanningsmeter en een doelmatige bandenpomp;
- g.
hulpmiddelen om speling in voertuigonderdelen zichtbaar te maken, zoals een bandijzer, wielbewegingsapparaat of een koevoet;
- h.
een rollenremtestbank of platenremtestbank, die voldoet aan de in artikel 13 gestelde eisen. Indien een erkenning wordt aangevraagd voor landbouw- of bosbouwtrekkers is een rollenrembanktest of een zelfregistrerende remvertragingsmeter aanwezig. Indien een erkenning wordt aangevraagd voor voertuigen met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg is in elk geval een rollenremtestbank aanwezig. Het draagvermogen van een rollenremtestbank of platenremtestbank is voldoende voor de groep voertuigen waarvoor de erkenning voor de betrokken keuringsplaats wordt aangevraagd;
- i.
een doelmatige bandenprofieldieptemeter, met verende meetstift en een meetnauwkeurigheid van 0,1 mm.