Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 23 Uitzondering vangstverbod MFL1
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-04-2024, Stcrt. 2024, 10718 (uitgifte: 05-04-2024, regelingnummer: WJZ/ 48280262)
- Inwerkingtreding
06-04-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2024, Stcrt. 2024, 10718 (uitgifte: 05-04-2024, regelingnummer: WJZ/ 48280262)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
In afwijking van artikel 21, eerste en derde lid, is het toegestaan met een vissersvaartuig dat behoort tot het segment MFL1 op een vissoort te vissen in het daarbij voor die vissoort aangewezen vangstgebied onderscheidenlijk te varen of te vissen met een vissersvaartuig dat behoort tot het segment MFL1 en dat is uitgerust met het in bijlage 8a vermeld vistuig, dat in voorkomend geval de daarbij vermelde maaswijdte heeft, voor zover een ondernemer een individueel aandeel in een groepscontingent voor de desbetreffende vissoort heeft en dat groepscontingent nog niet is opgevist.
2.
In afwijking van artikel 21, vijfde lid, is het toegestaan te varen of te vissen met een vissersvaartuig dat behoort tot het segment MFL1 dat is uitgerust met de schotse zegen met een maaswijdte van 80–99 millimeter in de ICES-sectoren 7d en 7e, voor zover een ondernemer een individueel aandeel in een groepscontinent voor de desbetreffende vissoort heeft en dat groepscontingent nog niet is opgevist.
3.
In afwijking van artikel 21, zesde lid, is het toegestaan met een vissersvaartuig dat behoort tot het segment MFL1 een vissoort aan boord te houden of aan te landen voor zover een ondernemer een individueel aandeel in een groepscontingent voor de desbetreffende vissoort heeft en dat groepscontingent nog niet is opgevist.