Einde inhoudsopgave
Kentekenreglement
Artikel 33 Verval van de tenaamstelling: voorgoed buiten Nederland brengen van een voertuig
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
04-12-2020, Stb. 2020, 505 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2020, Stb. 2020, 505 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
1.
Degene aan wie een kentekencard is afgegeven of degene die na diens overlijden eigenaar of houder van het voertuig is geworden, is, ingeval hij het voertuig voorgoed buiten Nederland brengt, verplicht de kentekencard en een bij ministeriële regeling aangewezen legitimatiebewijs bij de Dienst Wegverkeer over te leggen.
2.
De Dienst Wegverkeer geeft de kentekencard en het legitimatiebewijs terug aan degene die aan de in het eerste lid bedoelde verplichtingen heeft voldaan en reikt tevens tegen betaling van een door de Dienst Wegverkeer te bepalen tarief een kentekenbewijs deel II uit.
3.
In afwijking van het eerste en tweede lid, is, ingeval het erkende bedrijf bedrijfsvoorraad gebruik maakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onderdeel b, het erkende bedrijf verplicht het voorgoed buiten Nederland brengen van het voertuig te melden.